Hebr.13:12-14 020307 227
11 Want welker dieren bloed voor de zonde gedragen werd in het heiligdom door den hogepriester, derzelver lichamen werden verbrand buiten de legerplaats.
12 Daarom heeft ook Jezus, opdat Hij door Zijn eigen bloed het volk zou heiligen, buiten de poort geleden.
13 Zo laat ons dan tot Hem uitgaan buiten de legerplaats, Zijn smaadheid dragende.
14 Want wij hebben hier geen blijvende stad, maar wij zoeken de toekomende.
15 Laat ons dan door Hem altijd Gode opofferen een offerande des lofs, dat is, de vrucht der lippen, die Zijn Naam belijden.
Het offer, hier bedoeld, is het zondoffer van de grote verzoendag. Normaal werd het vlees van de offerbeesten door de priesters gegeten. Van het zondoffer van de verzoendag werd het vlees buiten de legerplaats verbrand, als zijnde geheel onrein en vervloekt. Het bloed werd binnen de voorhang gesprengd. Zie Lev.16:27; 24:14; Numm.15:35.
De gang van zaken op de grote verzoendag is als volgt: Er is sprake van twee bokken, die geslacht en geofferd worden: een voor Aaron en de zijnen en een voor het volk; De resten van deze dieren worden buiten het leger verbrand.
Dan is er een derde bok, die levend naar buiten het leger gevoerd wordt, nadat Aaron op dit dier de zonden van het volk zinnebeeldig overgedragen heeft.
Het bloed van Christus werd gebracht in het hemels heiligdom. Zijn lichaam werd buiten de legerplaats gedreven en daar weggedaan. Vers 12 gaat op die gedachte door. Zijn bloed diende om Zijn volk te heiligen. Heel bijzonder is de verklaring van Poole: This is the literal sense, yet the use of it is anagogical, leading us to higher things; as that the high priest signified Christ, God-man; the altar, his Godhead; the sanctuary, heaven itself; the sacrifice, his human nature, the true sin-offering, of which neither priest nor people serving the tabernacle ought to eat.
In vers 11 komt de betekenis van het bloed duidelijk en huiveringwekkend uit. In het naar buitengevoerde lichaam komt uit het buiten de gemeenschap gestoten worden, uitgedreven worden, als zijnde geheel onrein, als een misdadiger (Köhlers).
Het lijden van Christus betekent tweeërlei: het bloed kwam voor het aangezicht Gods in de hemel, het lichaam werd buiten de stad weggedaan. Hier spreekt de dubbele taal der verzoening. Beide gedachten vullen elkaar aan. Hier wordt op een van de twee wegen verder nagedacht: buiten de poort, de legerplaats. Numm.15:35 onderstreept deze gedachte. De Heere werd buiten Jeruzalem gebracht, al lezen we ook tot meerdere rijkdom des geloofs: Jezus ging uit (Joh.19:17). Jeruzalem, de uitverkoren plaats, de heilige stad; thans geen plaats meer daarin voor de Zoon van God. Uit de hemel gegaan, nu uit Jeruzalem. Hij geheel onrein vanwege de schuld der Zijnen. Dat ware ons beeld.
Besffen we de diepte hiervan? De zondaar moet buiten de poort terechtkomen, buiten de hemel, buiten het paradijs, buiten de kerk. De eeuwigheid zal het ontzettende hiervan voor de verworpenen illustreren. Denkt u het zich in: in de oudheid was het erg buiten de poort te zijn. Dan was men dakloos, onbeschermd, een prooi voor wilde dieren en parias. Buiten het Jodendom (Köhlers). Jesus, therefore, to fulfil this type, suffered without the gates of Jerusalem, upon Mount Calvary, where skulls and bones of cursed creatures were scattered; as the expiatory sacrifices were burnt withoutthe camp, when Israel was tabernacling within it; without the gates, when Israel dwelt in cities. As the high priest carried the expiatory blood into the holiest of all, on the day of atonement; so Christ with his own blood entered the holiest in heaven, and by it obtained pardon of sin, peace of conscience, and renewing by the Holy Ghost, for all people who repent, believe, and will come unto God by him.
De stad betekende veiligheid. De polis bood allerlei voorrechten. Men behoorde erbij. Jezus behoort er niet bij. Er was voor Hem geen plaats in ons midden. Zo was het Zijn gehele leven door. Geen plaats in Rome, geen plaats in Bethlehem, geen plaats in Jeruzalem, geen plaats op de aarde. Hij draagt dan Zijn kruis als teken van de vloek, de zonde, de schuld. Het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt.
Hier spreekt de taal der verzoening. De dubbele boodschap: Zijn bloed reinigt van alle zonden; tegelijk: Hij werd, om dat te bereiken, een dakloze, een zwerver, voor Wie nergens plaats was. Ook niet onder ons? In Nederland, in de politiek, in de kerk, in ons hart, in ons gezin? Teken het ook beeldend: buiten de legerplaats (without de camp) in de woestijn.
Hoe beschamend, hoe verblijdend, hoe verootmoedigend. Maar de consequentie gaat zich scherp aftekenen. Wij zitten van nature in the camp, in the gates, in de polis. Daar voelen we ons wel. Of het nu Rome of Jeruzalem is. In welke kerk ook. Daar kan een mens zonder genade het best uithouden. Maar kunnen we daar blijven? Het kruis staat buiten de poort. Daarom nu tot Hem uitgaan. Maar dat is wat. Voor Abraham, voor Lot, voor de christen van Bunyan, voor Christus. De tekst geeft de noodzaak van het uitgaan aan. Zoals Hebr. 11:15,16. Moet ook ik buiten the camp terechtkomen? Dat kan heel wat betekenen. Buiten het volk (China), buiten de politiek van Nederland, buiten de polis, buiten de straat, het dorp, de gemeente, mijn familie? Dat kàn het allemaal betekenen. De smaadheid van Christus dragend. Daar alleen is Hij te vinden. Geen letterlijk uitgaan. Voor toen betekende het een verlaten van het Jodendom, het Judaïsme, de wettische religie. we ought and mustgo forth (from tabernacle service, consisting of meats and ceremonies, from Judaism, in all its parts abolished, and all erroneous doctrines, how numerous and strange soever, and all worldly things) unto Jesus, who was cursed for us, that we might be blessed, #Ga 3:13, in faith and love; not ashamed of, but glorying in his sufferings, and following and imitating of him, patiently and boldly bearing mockings, revilings, scourgings, crucifyings, and all other persecretions, which are parts of his cross, for his sake, #Heb 11:9 Ro 6:5,6 1Co 1:30 Ga 2:20 Php 3:8-10; making him in all our example, #1Pe 2:21 4:12-19.
Hoe moeilijk zal die gang zijn. Geef het eens aan voor jonge mensen, voor scholieren, voor politici, voor kerkleden enz. Breken met de wereld, met de cultuur, met de dode kerk, met de stad van Kaïn. Maar het is een tot Hem uitgaan. Om Zijn lijden recht te gaan verstaan, om Zijn bloed te leren kennen, om verzoening te vinden, om een nieuwe stad te ontmoeten, het hemels Jeruzalem.
Daarover gaat vers 14. In de christelijke kerk worden geen kleinere offers gevraagd, maar zij zijn minder in het oog vallend. In het midden van een werelds geworden en wereldse eer genietende kerk, van een maatschappij die de vormen van het christendom eerbiedigt, moet het hart toch worden gespeend van de schijn die het wezen van de wereld uitmaakt en moet een smaadheid van de wereld gedragen worden, die, omdat zij zich niet in openlijke vervolgingen openbaart, daarom in haar fijnere vormen niet minder kwetsend en voor de natuurlijke mens ondraaglijk is. De legerplaats, waaruit wij moeten weggaan, is de wereld, zoals zij bestaat in maatschappelijke instellingen zonder hoger beginsel, zedelijke voorschriften uit zelfzucht voortgekomen, godsdienst die bestaat in ijdele praktijken. Wie Jezus Christus volgen, wandelen in een aan de menigte tegenovergestelde richting, zij hebben andere beginselen, andere bedoelingen, andere drijfveren dan de dienaren van de wereld en worden daarom veelvuldig gesmaad door de wereld. Doch deze smaad is de smaad van Christus, die zij vrijwillig moeten dragen, door zich niet alleen het kruis te laten opleggen, maar het ook zelf op te nemen en te dragen achter Hem aan. Wat hen tot het kiezen van een zo moeilijke levensweg in staat stelt, is de overtuiging dat dit de rechte weg is, die tot het doel leidt, dat wij hier beneden geen blijvende stad hebben, dat onze blijvende stad een toekomstige is. (CHANTEPIE DE LA SAUSSAYE).
WE behoeven dat niet als een groot verlies op te vatten. WE gaan toch eenmaal deze wereld verlaten. Wat dan? This is an enforcement of the foregoing duty, as the particle for cleareth; That they have no reason to be discouraged from going forth from Judaism, and those erroneous doctrines, and the world, to him, though it should cost them their lives for it; for at the best this world is not a place fit for us, nor can our state in it be desirable, since it is imperfect, fleeting, and vanishing, and we must die out of it; we may well then go forth, and die with him, and for him. And we have reason to go forth and suffer with him, since it will instantly bring us to that heavenly city, which we profess that we only live to fit ourselves for, and then to enter in and possess it, #Heb 11:10,16 12:22 Php 3:20,21.
Geen blijvende stad. Zullen we eenmaal de wereld kunnen verlaten? Dat moeten we hier geleerd hebben. We zoeken hier een blijvende stad. O, Hoe weet Gods volk dat met smart. De pinnen zo vast ingeslagen. De komende stad zal heerlijker zijn. Of zullen we dan pas echt voor het eerst moeten uitgaan, zonder ingang? Dat zijn grote vragen. Kunt u meekomen: Wij hebben hier niet…., wij zoeken. ER komt wel een stad. Mogen we daarheen het oog richten. Daar is veel van te zeggen.
Hebr.13:12-14 227
BUITEN DE POORT
de lijdensweg van Christus
Lev.16:27; 24:14; Numm.15:35/ twee [3] bokken/ dubbele boodschap/ camp en city/ buiten de poort!/ gehele leven/ volk heiligen; < HA;
de geloofsweg van de kerk
consequentie/ Abrahram, Lot, David, Daniel, christen, Pls,/ wij buiten Rome, Jeruz/ maatsch, fam, dorp, gemeente/ smaadheid/ maar: > Christus daar!
de uitweg vooor de mens
offer, hoge prijs?/ nu vers 14/ tòch vreemdelingen/ eenmaal sterven, buiten…/ toekomende stad/
Hebr. 11:15,16/ moed en kracht!
Ps. 69:3 Ps. 119:10,12,19
Hebreen 13 Ps. 89:16,9
Ps. 56:4 Ps. 87:2,3