![]() |
Beste bezoekers,
Even voorstellen.
Als emeritus-predikant van de Christelijke Gereformeerde Kerken, gehuwd met Hennie van Beek, wil ik op deze manier iets uitdragen van hetgeen mij bezighoudt en beweegt. Nu ik niet meer actief dienst doe, heb ik tijd voor andere taken en bezigheden.
Als gemeentepredikant heb ik mogen dienen in de gemeenten Nijkerk (1964-1967), Middelharnis (1967-1973), Harderwijk (1973-1981), Utrecht-Noord (1981-1995 )en Damwoude (1995-2006).
|
Update
Het is ieder jaar weer even afwegen of ik deze website in stand houd. Er zijn maanden dat ik er niet zoveel aan doe.
Ik heb echter ontdekt dat er betrekkelijk vaak naar deze website wordt gekeken. Als ik de cijfers goed lees, haalt het aantal bezoekers de tienduizend per jaar wel. Ik ben daar wel tevreden mee. Ik dank ook voor de interesse en de belangstelling. Het stimuleert me ook weer om nog een tijdje d.v. door te gaan. Ik ben juist ook de laatste tijd weer actiever. Dat brengen de omstandigheden ook met zich mee. Zoals u weet, schrijf ik ook in het blad Bewaar het Pand. Ik wil in die artikelen mij vooral beperken tot die zaken waarover we het wel meestal met elkaar als lezerskring eens zijn. De website gebruik ik voor meer persoonlijk getinte gedachten. Zaken dus die ik niet namens het bestuur van BhP doe. Het zijn gedachten die bij mij persoonlijk leven en die ik niet overlegd heb met anderen.
In dit verband vraag ik ook aandacht voor iets anders. Er is deze maand weer eens een boek verschenen van mijn hand, getiteld: Praktizijns over geloof en psyche. Het is een behoorlijk werk geworden. Het is het derde deel in een serie over Geloof en psyche. Ik geef hier een korte beschrijving ervan weer:
Hoe is deze uitgave ontstaan?
Ik wil u daar iets van meedelen. In enkele deeltjes, die reeds verschenen zijn, heb ik mij beziggehouden met de psychische zijde van ons leven. Vooral omdat er in onze gejaagde tijd veel mensen zijn, die innerlijk in onbalans terechtkomen. Er zijn er die onder een ontregeld gevoelsleven behoorlijk gebukt gaan. Anderen weten misschien minder bewust dat ze een psyche hebben. Bij de beschrijving van allerlei psychische zwakheden, kwam de gedachte bij mij boven dat psychische kracht en zwakheid ook voelbaar zijn in het geloofsleven bij hen die genade hebben leren kennen.
Zodoende komen we dan op het terrein van de bevinding. Wat door ons als hoog geestelijk en Goddelijk wordt gevoeld en ervaren, heeft toch ook te maken met natuurlijke en psychische structuren. Dit is zichtbaar in ons denken over de factor van het gevoelsleven. Er is een Duits gezegd dat luidt: Himmelhoch jauchzend und zum Tode betrübt. U begrijpt de bedoeling. Het gevoel is zeer wisselend. Het kent bergen en diepe dalen. Vandaag hebt u alles, morgen bent u alles kwijt. Vandaag in de kolken, morgen in de wolken. Het bevindelijke spoor is derhalve niet een vast patroon dat beantwoordt aan al onze wetten en voorstellingen. Het is niet te vergelijken met een weg, waarop ieder dezelfde boom en hetzelfde landschap waarneemt. Er is maar één richting, maar er zijn veel wegen en paden.
Het
wordt uitgewerkt in wisselend gevoel, in verschillende naturen, in sterke en
zwakke mensen. Het kan ook soms verwarrend zijn, het onttrekt zich aan vaste
kenmerkende trekken, die bij allen dezelfde zijn. "De
wind blaast waarheen Hij wil en gij hoort zijn geluid, maar gij weet niet van
waar hij komt en waar hij heengaat
; alzo is eenieder die uit de Geest geboren
is (Joh.3:8). Hieruit
vloeit voort dat ook zij, die de Heere vrezen, bedeeld kunnen zijn met
psychische zwakheden. We komen dan op het onderwerp van dit boek: aanvechting.
In deze aanvechtingen spelen allerlei factoren een rol, ook de psychische.
Gelukkig heeft het werk van Gods Geest in dat alles de overhand. Maar de
afweging van geestelijke en psychische vragen en het verband daartussen brengt
ieder van ons tot een noodzakelijk zelfonderzoek. De schadelijke wegen zijn er
vele, maar de eeuwige weg wil de Heere ons leiden en wijzen.
Ik heb eerder enkele boeken geschreven, maar dit werk viel me uitzonderlijk licht. Ik heb veel genoegen beleefd in de omgang met onze vaderen, die in dit boek aan de orde komen. Ik heb met veel vreugde en respect in hun kring mogen verkeren. Zij hebben zich, meer dan wij wellicht, veel beziggehouden met de moeizame wegen van velen van Gods volk. Zij hoorden de klachten, zij wisten er zelf ook van en zij leren ons daar ook (meer) bij stil te staan. Jakob sprak over zijn tedere kinderen en de zogende schapen en koeien, die niet mochten worden afgedreven. Deze geschiedenis heeft ook implicaties voor het pastoraat. Het onderwerp wordt door de auteurs verschillend benaderd. Verreweg de meesten van de schrijvers over dit onderwerp bieden vooral troost in aanvechtingen. Zij verklaren dat allerlei vijandige en goddeloze bewegingen in ons binnenste juist laten zien dat we delen in Gods genade. U bent immers gevoelig over uw ongevoeligheid. Zo bijvoorbeeld Saldenus en Wilhelmus a Brakel.
Dit wordt nader geadstrueerd met sommige veronderstellende vragen: U bent toch onrustig hierover? Dat heeft een onbekeerd mens in die mate niet. Mannen als Brakel en anderen nemen zulke veronderstellingen op een suggestieve manier aan. Zij zijn geneigd de mensen te veel goeds in de schoenen te schuiven? Of dient dat als een ingebouwde zekering: als u zo bent en dus gevoelt, is het goed met u.
Deze
methodiek is zeer gewenst voor diegenen die behoren tot de psychisch zwakken.
Zij hebben vooral te maken met angst. Het is bekend dat angst juist oproept,
waarvoor we bang zijn. Het is ook gepast voor hen die lijden aan chronisch
zelftwijfel (het minderwaardigheidsgevoel). Of denk aan de verlammende werking
van een schuldcomplex, wat weer iets anders is dan schuldbesef. Zij werken door
deze kwalen zichzelf in de put. Deze mensen moet bijgebracht worden dat hun
negatieve gedachten over zichzelf niet terecht zijn. Zodoende zijn zij zelf de
oorzaak van alle ellende, hoewel zij dat niet willen en ook niet kunnen
voorkomen. We
zouden kunnen denken dat genade al deze kwalen laat verdwijnen. Maar dat is
Bijbels niet te onderbouwen. Paulus en Timotheüs behielden hun natuur en
karakter. Denk ook aan menen als Luther en Bunyan. Dus is het pastoraat van
Saldenus e.a. uiterst gepast.
Maar er hapert wel iets. Dat ligt in de ingebouwde voorwaarde. Men is pastoraal uiterst bewogen met de hoorders, de aangevochtenen. Scherp onderscheid wordt niet geboden. De hoorder moet toch zelf nog wel kunnen uitmaken of hij inderdaad op de rechte manier bewogen is. Hier blijven vragen.
Waarom?
Het typerende van de doelgroep is juist dat zij zulke positieve aspecten bij
zichzelf niet waarnemen. Denk aan de ui. Zijn er ziekte plekken, dan blijft er
van de ui niet veel over als u de aangetaste ringen wilt verwijderen. Er blijft
niets goeds over. Alles is aangevreten door de kwaal van de zonde. De
toegepaste benadering is als ondersteuning wel goed, maar als fundament, als
laatste zekerheid, kan het niet dienen. Bij deze zielen geeft deze aanpak geen
onomstotelijke vastheid.
Bij
een andere groep werkt het nog weer anders. Er zijn er ook die feitelijk niet
in volle ernst deze gebreken betreuren, al denken zij dat wel. Hier werkt deze
benadering gemakzucht in de hand. Gaan we te ver hiermee, dan gaan we deze
ongestalten gewoon vinden. En dat werkt dan juist weer verval en achteruitgang
in de hand. Bij
deze schrijvers komen daarna ook vermaningen aan de orde. Ze waarschuwen tegen
een dreigende verslapping. Daarom geen werkzaamheden nalaten! Dat maakt hun
behandeling ook weer meer compleet en behoedzaam.
En tenslotte komen zij allen uit bij het geloof in Christus. Als er dan helemaal niets aan houvast in u is, dan kunt u en mag u toch tot Christus gaan? Steun niet op uw gevoel, maar tracht te leven uit het geloof.
Zo
verloopt ongeveer de weg die door deze oudvaders wordt gewezen. Hun algehele
behandeling en therapie zijn van onschatbare waarde, als we deze overwegingen
in het oog houden. Hun raad kan voor veel gelovigen heilzaam en onderwijzend
zijn.
Ik wil vooraf ook enkele zaken vaststellen:
Dit boek bevat niet de resultaten van een studie, hooguit enkele conclusies uit een onderzoek; de bedoeling is zuiver meditatief. Geen theologisch diepgravende studie, maar een bloemlezing uit een enkel geschrift.
Het
is dus ook niet zo dat we nu in de onderhavige hoofdstukken een afgeronde
opvatting lezen van onze oudvaders. Het zijn weinig meer dan incidentele
weergaven. Maar het is natuurlijk wel een wezenlijk onderdeel van hun gehele
ouvre. Het
is verder niet de bedoeling dat de lezer het achter elkaar uitleest. Lees een
enkel hoofdstuk ter ondersteuning van uw persoonlijke beleving; probeer dat te
verwerken en neem de overige delen daarna weer gedoseerd tot u.
De
keuze van deze auteurs is vrij willekeurig. Niet alle werken zijn te
achterhalen en dat beperkt de keuze. Ik had geen universiteitsbibliotheek bij
de hand. Ik
heb een indeling toegepast, die grotendeels de varianten weergeeft die er op
dit terrein te vinden zijn. Aanvechtingen hebben te maken met invloeden die
uitgaan van God (en Zijn wet), van de duivel, van de zonde, van de eigen
psychische zwakheden. Globaal
kan deze indeling goede diensten bewijzen. Minder voor de hand liggend is het
na te gaan in welke sector deze schrijvers zijn onder te brengen. Bij sommige
van hen werd dat niet strikt duidelijk; een enkel aanknopingspunt moest dan de
doorslag geven. Mijn
wens is dat u er enig onderwijs in zult aantreffen. Ik acht me gelukkig dat ik
zelf die onderwijzer niet bepaald hoef te zijn, maar dat ik mag doorgeven wat
bekwame Godgeleerden hierover gedacht en geschreven hebben.
Deze boeken zijn uitgegeven door De Schatkamer in Rumpt. Als u de website bekijkt, zult u er heel veel goede titels vinden. Men werkt niet zozeer met advertenties; publicaties worden op de website aangekondigd.
Ik teken hier verder nog bij aan dat deze boeken gericht zijn op een bepaald publiek. Allereerst op diegenen die te worstelen hebben met psychische nood in het algemeen (deel 1 en 2). In de tweede plaats op diegenen, die in hun persoonlijk geloofsleven met veel bestrijding te maken hebben (deel 3). Overigens meen ik dat iedere gelovige met aanvechtingen te maken krijgt. Dit laatste deel vooral heeft me heel veel vreugde en voldoening gegeven. Het heeft mijn kennis van onze Oude Schrijvers vergroot, maar het gaf me ook het gevoel in een geestelijke apotheek te zijn binnen getreden. Ik hoop dat velen er iets in mogen vinden waardoor het Koninkrijk van God wordt gebouwd en pelgrims onderwijs ontvangen op de weg ten leven.
Veenendaal, november 2020