2 Kon.6:13-17 1350
13 ¶ En hij zeide: Gaat heen, en
ziet, waar hij is, dat ik zende en hem halen late. En hem werd te kennen
gegeven, zeggende: Zie, hij is te Dothan.
14 Toen zond hij daarhenen paarden, en wagenen,
en een zwaar heir; welke des nachts kwamen, en omsingelden de stad.
15 En de dienaar van den man Gods stond zeer
vroeg op, en ging uit; en ziet, een heir omringde de stad met paarden en
wagenen. Toen zeide zijn jongen tot hem: Ach, mijn heer, hoe zullen wij doen.
16 En hij zeide: Vrees niet; want die bij ons zijn, zijn meer, dan die bij
hen zijn.
17 En Elisa bad, en zeide: HEERE, open toch zijn ogen, dat hij zie! En de
HEERE opende de ogen van den jongen, dat hij zag; en ziet, de berg was vol
vurige paarden en wagenen rondom Elisa.
Kanttek.: Hier zijn twee woorden:
Peloni, Almoni, die de Hebreën gebruiken als zij zekeren persoon of iemands
plaats betekenen, dien zij met name niet noemen of willen uitdrukken, en van
ons met den letter N in gelijke gevallen plegen aangewezen te worden. Zie {#Ru
4:1 1Sa 21:2}.
Er zijn twee werkelijkheden. Dat klinkt
tgw. niet vreemd. Virtuele wereld. Twee werelden. In dit verband is een
christen een burger van twee werelden.
Eliza wordt hier bedreigd. Zijn leven
is absoluut verloren. In de histrorische contekst zitten de Syriërs hem op de
hielen, omdat hij het machtsstreven van de Syriërs in de weg staat. Eliza, de
"man Gods” (vers 9) vertelt aan de koning van Israel keer op keer, telkens als
de vijanden in aantocht zijn, waar deze hem willen aanvallen. Wat een zegen als
een volk zo’n minister van defensie
heeft. Dat scheelt een hoop werk op het gebied van de spionagediensten, die
altijd zo belangrijk zijn in tijden van oorlog.
Het is zodoende begrijpelijk dat de
Syriërs Eliza de mond willen snoeren door hem te grijpen. Men weet dat hij in
Dothan is en dus spoedt het machtige leger van de vijanden zich daarheen.
Men kan dit betrekken op levende
vijanden, of ook op duistere dreigingen en ellendige situaties in een
mensenleven, maar zie hier vooral ook de legers van demonische vijanden rtondom
de Kerk. In meerdere psalmen wordt in de
beelden van deze geschiedenis gesproken (34, 91, 125). De legers van de
vijanden boezemen vrees en schrik in. Een realistisch beeld, ook in onze tijd.
Er is geen uitweg, alles lijkt onontkoombaar verloren.
Maar nu is er de andere werkelijkheid:
de engelenmachten. Maar onzichtbaar. Ongelooflijk? Tgw. weten we ook van
geestelijke machten, er is zelfs veel bijgeloof. Ook onzichtbaar. De factor van
de engelenmachten is troostvol. De engelen zijn er, in de gemeenten, in de
politiek, in het leven der vromen. Wij hebben de engelenwereld te vaak op een
zijspoor geparkeerd. Dat doet Gods Woord
niet. Als u de Heere vreest, bent u ook wat dit betreft, nooit alleen. Er zijn
engelen rondom u. De Heere maakt gebruik van hun dienst.
Eliza ziet die andere werkelijkheid.
Een wereld van rust, van vertrouwen, van veiligheid, van geloof, van welzijn. De
geestelijke, onzichtbare wereld van geloof en gensade, van God en Zijn
verzoening in Christus, van de Heilige Geest en de vele duizenden van engelen.
Dat geeft toch grote troost en veilkigheid? Leeft u daar uit? Hoe kwetsbaar
bent u als u het burgerschap van dit Koninkrijk nog mist. Dat zien we in de
jongen van de profeet.
Deze dienaar van Eliza ziet dat niet.
Hij is angstig, benauwd, bedreigd, hij kan ook niet anders. Je hebt het of je
hebt het niet. Je kunt hier niet gaan uitleggen, of hem laten aannemen dat het
wel goed is; hij is geestelijk blind en verblind; hier helpen geen
"oogdruppels”. Zie Jes. 29:11,12. Luk. 6:39;
Eliza bidt voor zijn jongen. Dat kan
dus. Bidden om bekering en geloof voor je buurman. Daarop worden zijn ogen
geopend. Dat grote wonder moet gebeuren in ons leven. Het moet een
werkelijkheid, dé werkelijkheid worden. Dan ga je de engelen zien, je krijgt
oog voor de eeuwigheid, voor de zonde, voor Christus, voor Gods Geest. Je
krijgt ook oog voor de werkelijkheid van de wereld, de medemens.
Zo bezien is deze tekst ontdekkend. Bij
welke werkelijkheid leeft u? Er zijn maar twee mogelijkheden. Leeft u bij de
gratie van het Licht of bij die van de duisternis? Hoe heerlijk als je ogen
opengaan voor deze realiteit. Als dit je wereld wordt.
Het kan ook anders. Dat blijkt in het
vervolg. De geschiedenis gaat verder. In de confrontatie met het leger van de
vijanden (het kan heel dichtbij komen en heel dreigend worden), loopt het
verkeerd af met dat grote leger van de vijanden. Vers 18. Het leger wordt
geslagen met verblindheden. Hier gebeurt het omgekeerde. Je kunt denken alle
troeven in handen te hebben, terwijl je je ondergang tegemoet gaat. Aan de hand
van Eliza worden zij blindelings geleid naar Samaria, naar het hol vban de
leeuw. Het aanbgrijpende is dat zij "met
open ogen” deze weg gaan. Met open ogen, je van niets bewust, lopend naar je
eeuwige ondergang. Dat kan. Dan hebben we er geen idee van dat we een verkeerde
weg bewandelen. Integendeel, dan wuiven we elk bezwaar weg.
Dit volk wordt geslagen met
verblindheden. Dan ben je blind in de andere richting. Je ziet letterlijk geen
gevaren. Geen hel, geen oordeel, geen zonde, geen gericht, geen duivel, geen
dreigingen. Je moet wel stekeblind zijn als je nu zo leeft.Geen einde van de
wereld.
Met open ogen je ondergang tegemoet.
Hier gebeurt eigenlijk hetzelfde als
wat later door de Heere Jezus wordt gezegd in Johannes 9: blinden worden ziende
en zij die zien, worden blind. Het ernstige is: dat gebeurt door de ontmoeting
met Jezus. Het is dan ten dode of ten leven. Hoe staat dat dan met u? De
blindgeborene kon echt zien en hij zag Jezus. Ik geloof in de Zoon van God.
2 Kon.6:13-17 030813
virtueel/
tweeërlei werkelijkheid
tweeërlei werkelijkheid
(on)zichtbaar/ Numm22,Hnd27,Ef6, Hbr1/
goed en kwaad/ angstig?/ tgw. occultisme/
tweeërlei waarneming
Eliza en dienaar/ alleen tegenstand
(Opb20)/ visueel/ Eliza (ziener)/ Rom8/ geloof nodig/ CHR/
Contrast/ natuur: kan niet zien/ Gods
volk ziet (noem allerlei geestelijke invloeden), ook hemel en hel;
tweeërlei leven
ogen geopend/ wonder/ op gebed/ Joh9/
geloof/ Hebr11/
keerzijde/ verblindheden/ open ogen ten
verderve/ Samaria/ hel of hemel?
Ps. 56:1 Ps. 68:9,15
2 Kon. 6:8-23 Ps. 18:9
Ps. 99:6 Ps.138:4