GELOVEN MET HET HART

(GELOOF EN GEVOEL)

Inleiding:

Funkties van het innerlijke leven van de mens: verstand, gevoel en wil. In geestelijke wereld komen deze accenten voor. 
We waarschuwen voor verstandschristenen (logische redenering), voor gevoelswerk (emotionele oppervlakkigheid) en voor arminiaanse uitingen van de vrije wil (hart openstellen voor Jezus) [3].
Ook in gunstige zin, binnen het genade-leven, komen deze onderscheidingen voor: er zijn er met diep schriftuurlijk inzicht, met een rijk gevoelsleven en met een daadkrach-tig geloofsleven.

De Filosofie onderscheidde in het primaat van het verstand en van de wil.

Actualiteit: relationeel, emotioneel, funktioneel, pragmatisch; obiektiviteit is ver zoek. Juist in bijv. Synodaal Geref. kringen: geen vaste waarheden meer; slechts een moerassige ervaring (modewoord).

Filosofie: driestromenland >
1. Cartesius: niet de waarneming, maar het denken bepaalt de werkelijkheid; waarne-ming leidt tot valse kennis (stok in het water). Cogito, ergo sum. 
Hier dus geen obiektieve werkelijkheid. Onjuist: het oog is niet de bron van het licht. Schleiermacher zat hier niet ver vandaan: stelde voor het verstand het gevoel. Men maakt dan het verstand of het gevoel tot grondslag van de dogmatiek. 
2. Schleiermacher: Ervaringswijsbegeerte; > het bewustzijn ontwerpt de dingen niet, maar de dingen buiten ons bepalen het bewustzijn. Hier is de menselijke geest passief. Obiektivisme. Ook hier een tekort: de menselijke geest is niet slechts passief, maar ook actief. 
3. Kant: Ondermijnde rationele grondslag van de dogmatiek; er zijn slechts postulaten vanuit het zedelijk bewustzijn: God, deugd en onsterfelijkheid.


Bedoeling van de inleiding:
I.  Stromingen in het verleden, die een bepaalde funktie centraal         stelden;
II. Schriftuurlijke belichting van het hart in diversiteit [3].

I. Stromingen uit het verleden:

1. VERSTAND > RATIONALISME:
Reeds ttv de Apologeten kwam er een sterk accent te liggen op de verstandelijke weerlegging van allerlei dwalingen. Begrijpelijk!

Fundamenteel dwalend inzake de openbaring. Geen andere openbaring dan die in de natuur, de geschiedenis en het hart van de mens. Rationalisme achtte de bijz. openba-ring, de HS, met zichzelf in strijd. Openbaring is door en door menselijk. 
Gods openabring valt dan samen met het natuurverloop, de wereldontwikkeling. 
Natuurlijke theologie. Geloofsfeiten werden vanuit het verstand geheel verklaard en bewezen. Thomas, Augustinus soms, zelfs Calvijn? Luther wees Arisitoteles de deur.

Veel hinder van het verstand. Alleen geloven wat we begrijpen en intellektueel door-zien. Geen schepping, geen maagdelijke geboorte, geen hemelvaart, geen hemel. Bekende lijn. 

Op theol. gebied vooral zichtbaar in SOCINIANISME: gebroeders Socinus maten alles aan de gezonde rede. Veel invloed. Geen drieëenheid bijvoorbeeld. Gods handelen is geheel willekeurig. De leer der genoegdoening moest het vooral ontgelden. Heel de theologie valt op door de redelijke inslag. Faustus Socinus geeft allerlei tegen-argumenten tegen de leer der verzoening, die steekhoudend en onweerlegd genoemd zijn. Voornaamste: leer der verzoening is onbijbels, ongerijmd en onredelijk.  

Andere rationalistische invloeden zichtbaar in de SCHOLASTIEK.
ME-wse theologie beheerst door Aristoteles. Wat is Scholastiek?
Meer beginselen ontleend aan de filosofie dan aan de HS. Geringe bekendheid met de bronnen. Heel veel theologia naturalis. 
Allerlei waarheden konden met het verstand bewezen worden. Denk aan de bekende Godsbewijzen (Hellenbroek). Sterke invloed vanuit de logica. 
Verregaande invloeden in het Roomse denken: Men kon vanuit het denkend vermogen opklimmen tot de godskennis. 

(Via pura naturalia, theol. naturalis, motiva credibilitatis, actus praeparatorii, gratia infusa, bona opera, visio Dei).  

Vandaar dat vele dogmatische werken een grote plaats inruimen voor de motiva credibilitatis en de prae-ambula fidei.

Invloeden ook te vinden bij sommige oude schrijvers: denk aan de aanduiding leerrede-nen. Ook aan de uiterst leerstellige en theol. wetenschappelijke bewijsvoering van de leer. Zeer positieve waardering en anderzijds toch sterk verstandelijk en intellektueel georiënteerd.
De toepassing aan het eind laat zien dat het verstand vraagt om de compensatie van het hart, het gevoel. Waar het een verschijnt, is ook het andere. Geldt ook in onze dagen!

Aandacht voor een verstandelijke benadering van het geloof vinden we onder ons in de plaats van het historisch geloof. 
Hebben we het teveel van het hart losgemaakt? Kan men belijdenis van de waarheid doen? Bij Rome is geloven slechts een daad van het verstand. 
Onder ons is het gezegde bekend: We weten het te goed. Wat gaat daarachter schuil? Onderwaardering, overwaardering? Misschien het eerste. 

In ieder geval lijkt het erop, dat het verstand geisoleerd raakt. Het kan aan de ene kant erg veel, maar aande andere kant niets. Evenwichtig?
Denk aan het gezegde van ds. Kok: Het hist. geloof productief maken. Bij hem dus een sterke positieve waardering daarvan.

2. GEVOEL > ROMANTIEK

Wellicht eerste beginselen te vinden bij de Gnostiek. Men sprak weliswaar
van kennis, maar de tegenstelling tussen stof en geest, natuur en genade is wezenlijk voor een doperse opstelling.
Men offert de natuur aan de genade.

Schleiermacher gaf grondslag van het gevoel aan de dogmatiek (Romantiek). Dogmatiek is: beschrijving van subiektieve gemoedstoestanden. 
Deze opvatting aktueel in onze tijd.

Twee stromingen, waarin we door de geschiedenis heen, dit terugvinden.
Mystiek > alg. menselijke (d.i. ook buiten-christelijk) stroming, bestaande binnen allerlei religies.
Mystiek streeft een hogere kennis van en een inniger gemeenschap met de Godheid na dan de gebruikelijke religie.
Kenmerken: sterke innerlijkheid, afkering van de wereld (de stof,materie), terugtrek-ken in eigen gevoelswereld.
Bedient zich van occultisme, magie, spiritisme, hypnotisme, mantiek. Verschijnselen als extase, visioenen, stigmatisatie leiden niet zelden tot pantheistische vermenging.
Drie stadia:purgatio (reiniging) >gebed, boete, onthouding;
meditatio >concentratie op een onderdeel, bijv. lijden;
extase > vereniging met de godheid.

Etym: sluiten van de ogen, doordringen tot geheimenissen, die niet waarneembaar zijn. Vooral afkomstig uit India: ontkenning van de waarheid vd stoffelijke wereld.
God is geen persoon, maar een wereldziel  >> Pantheisme.
[ Vlg. HB loopt er een lijn van het Mysticisme naar het Antinomianisme ] 
In de ME de namen te noemen van B. van Clairveaux, Tauler, Meister Eckhart, Moderne Devotie.
(Thomas a Kempis put toch soms uit bronnen, die ons vreemd zijn).
Bekend is het verschijnsel van de Dopers ttv de Reformatie. 

In die tijd de WEDERDOPERS. Radicalisering van sommige reform. gedachten. Het inwendige licht tgo. de lamp van het Woord. Nog niet voldoende doordacht in hoeverre de HGeest Zich bindt aan het Woord. In geestelijk onderwijs > niet buiten het Woord; maar hoe inzake allerlei openbaringen en onderwijzingen? Bijv. bij beslissingen nemen? Welke plaats neemt de profetie thans nog in? En kan 2 Cor.12 ook nu nog voorkomen? Denk aan de bekering van Salomon Duitsch: Ga uit de duisternis! (hoorbare stem).

Wederdopers ontspoorden op vele terreinen: een zekere miskenning van het aardse leven en wereldlijke verbanden; onderwaardering van het Woord; ethische ontsporin-gen.
Hier stellen we tegenover: de HGeest werkt door het Woord. Onmiskenbare betrokken-heid. Geestelijk licht valt over aardse zaken (zie HC vr 1). 

Verwant hiermee het PIETISME (chr. stroming).
Pietas: vroomheid. In stromingen als Puritanisme en Nadere Reformatie. Protest tegen verkilling en verzakelijking, tegen automatisch denken binnen de kerk. 
Duitse Pietisme (Spener: Busskampf > lange, bange worsteling met wereld, duivel en eigen vlees (stuiptrekkingen, extase, gillen, onverstaanbare klanken, dansen en opspringen). Door vertwijfeling komend tot geloof.
Een Luthers theoloog: de desperatione salutari. 
Zinzendorf spreekt van het miserabele christendom. Wundenblick (blik op lijdende Christus voert tot boete). 

Denk ook aan Hooker: Ware zielsvernedering...:[ Koelman over hem: Tot de rechte verootmoediging van een ziel vereist hij zo'n hoge trap, dat de zondaar stellig tevreden moet zijn en vergenoegd moet wezen om verloren te gaan, onder de macht der zonde te blijven ter helle te varen en verdoemd te worden, indien de Heere geen genade wil geven....] Hij noemt het een harde, ruwe en ongezonde stelling. 

Verwant hiermee: 
Wesley en Whitefield (niet in een adem te noemen). Sterke oordeelsprediking en direkte oproep tot geloof en bekering. Emoties en gevoel namen grote plaats in (wanhoopskreten, zenuwaanvallen, tranen, flauwtes). 
Religionspsychologie stelde hiervan analyse vast:
twee soorten mensen: gezonden en zieken (Healthy minded en de sick souls). De laatsten maken een innerl. crisis door. Bekering is hier dan een normaal, natuurljk proces. 
Verschijnselen uit de pubertijd worden mede bepalend geacht: wanhoop, de-pressie, melancholie, dweperij en zelfbeschouwing.
Gevaar: Gods werk vermenselijkt. Kennis van de psychologie is goed. belangrijke vraag in hoeverre psychologische kennis van belang is voor het pastoraat.

Een te grote plaats voor het gevoel lijdt tot onevenwichtige voorstellingen. Gevoel kan een gevaarlijke macht zijn in het mensenhart. Een rivier die buiten haar oevers treedt, een medicijn dat als overdosis schade doet. Denk hier ook aan de gelijkenis van de Zaaier. Zie verder ook Hebr. 6. Wewaarschuwen terecht tegen allerlei oppervlakkige aandoeningen.

In de moderne geloofsverwerking een zeer verdachte nadruk op ervaring.
Aanv. heeft de wetenschap de religie als betwijfeld geloof van de hand gewezen. Later bleek dat de mens bij exacte feiten alleen niet leven kan; de mens is van huisuit religieus; het is opmerkelijk dat in Syn. Geref. kringen nu de ervaring als compensatie bij het wetenschappelijke denken
onmisbaar is gebleken.
Als tweeling-broeder van de wetenschap is de ervaring binnengehaald. In New Age hebben ervaring en occultisme een grote plaats. Diepten des satans. Goed is wat gevoeld wordt, wat nutig is, wat je een kick geeft. Het moet "overkomen". Relationele waarheidsbegrip. 
In en dagblad als "Trouw" kan men nu in een adem horen spreken over Gnostiek, New age en Mystiek. Oude dwalingen keren terug!
Deze moderne ervaring is totaal wat anders de de bijbelse bevinding. Bevinding is en blijft genormeerd aan het Woord, de ervaring van de moderne mens is uitloper van algemene stemmingen en innerlijkheid. De mens is norm.

In Pinksterkringen speelt uiteraard het innerlijke gevoelsleven een grote rol. Menselijke warmte aan velen die vereenzaamd zijn, wordt geboden. Men heeft invloed op de moderne mens, meer dan de kerk, vanwege het inspelen op emoties, die in het huidige mensbeeld een sterke plaats innemen. 

Sommige gemeenten worden verscheurd door doperse invloeden vanuit de Pinksterhoek. Trekt dit speciaal mensen uit de onderwerpelijhke sfeer aan, of juist diegenen die onder een voorwerpelijke prediking moesten leven?

Wie iets verneemt van Vierhouten bijvoorbeeld, komt enerzijds onder de indruk van de enorme betrokkenheid van allerlei leeftijden; anderzijds tekent dat ook juist het gevaar van de religieuze roes en de massa-suggestie.
Het lijkt er tevens op dat in onze tijd de Pinkstergemeenten zich dichter opstelt naast de kerk en meer kontakten zoekt (Utrecht-N).


3. WIL

[In de filosofie wordt Kant gezien als de filosoof van de wil. Heeft ook de theologie beinvloed. Kant kende geen rationele fundering van de theologie. Slechts de postulaten (pers. motieven) zijn er van God, deugd en onsterfelijkheid.
De oude Ethische richting gaf aan het zedelijke een Goddelijk karakter. 

Duidelijker accent op de wil bij Pelagianen en Remonstranten van allerlei gading. 
In de school van Saumur volgt de wil het verstand vanzelf. Pelagius stelde dat de wilsvrijheid niet verloren is gegaan. Kinderlijke onschuld en zedelijke indifferentie. Vrije wil is onverliesbaar. Ieder wordt geboren als Adam, in vrijheid.
De mens is niet dood, maar gezond, of ziek. Wel geneigd ten kwade, maar het goede ligt binnen bereik. Kant zei al: Du sollst, also du kannst!
Soms stelt men de wilsvrijheid wel verzwakt voor, maar niet vernietigd. Het gaat om een medewerking en samenwerking tussen God en mens. Deze lijn vooral bij Rome te vinden. 
Christus biedt slechts het goede voorbeeld. 

Dit accent op de wil wordt tegenwoordig sterk gevonden in kringen van de charismati-sche beweging, in EO-kringen ook. Een van de sterk wegende bezwaren tegen deze sterke beinvloeding. We hebben te rekenen met de uitlopers hiervan in onze gemeen-ten. Temeer omdat de EO op andere onderdelen gedachten lanceert, die dicht bij onze opvattingen staan.
Wezenlijke zaken worden ontkend, zoals de uitverkiezing, de doodstaat van de mens, het werk van Christus en dat van de HGeest. 
Het doen van de geboden (vanuit een sterk accent op de wil) wordt zo tot een nieuwe wet (Neo-nomisme). Denk aan het stembiljet (3e stem beslist).

In hoeverre appeleren wij op Bijbelse gronden op de wil van de mens? De HS spreekt van: die wil, die kome... Gray (Toegang tot het eeuwige leven) geeft in de heiliging een grote plaats aan des mensen wil. Meer dan wij doen.
De wil van de mens moet gesteld worden in het licht van Gods wil tot onze zaligheid en in dat van des mensen gebonden wil (Gij wilt tot Mij niet komen).


 II ENKELE BIJBELSE LIJNEN IVM HET BOVENSTAANDE

Uit het hart de uitgangen des levens. Zo de HS. Centraal gegeven. Geen sterke onderscheiding doorgevoerd. Vermogens vormen een eenheid in de HS. Bovengenoemde drie vermogens sterk betrokken bij de bekering.

Hoe beziet de HS de gestelijke vermogens van de mens?
van Genderen: wijst de Bijbelse fundering van een anthropologische trichotomie af; wel spreekt hij over de drie vermogens van denken, voelen en willen (pag.324). Hij spreekt hier over het totaliteitsaspect. Dit betekent dat men niet een der drie vermogens boven de anderen zou kunnen stellen. Vanuit de HS zou men het gevaar kunnen onderkennen om de drie vermogens te veel zelfstandige betekenis te geven of deze te verabsolute-ren.
In de HS geen plaats geboden voor eenzijdigheden. 



Speelt het verstand een centrale rol in het Griekse denken, het Hebr. kent zulk een beheersende plaats daarvoor niet. Spaarzaam gebruik. De LXX vertaalt bijv. het subst. <leb> vaak met <kardia>; ook echter wel door nous en dianoia. Hieruit volgt, dat het Hebr. sterker dan het Grieks, het hart ziet als de zetel van de intellektuele werkingen. De OT-ische anthropologie kent ook geen driedeling van de menselijke vermogens, zoals de Grieken.
(Begriffslexikon (<vernunft>, deel 3, blz. 1290) In het Hebr. denken behoort het verstand niet zo zeer bij theoretische kennis, maar wel meer bij een juiste handelwij-ze. 
Het intellektuele is sterker verankerd in de totale zielstruktuur van de mens. 
het intellekt wordt niet gezien als een autonome kritische menselijke prestatie, maar meer als een gave Gods. 
Dit geldt ook van het NT. Spreekt Pls. over het verstand, dan bedoelt hij meestal het geestelijke verstaan, dat nauw verwant is aan het geloof.
Samenvattend: geen autonoom optredende instantie, die onvoorwaardelijk e gehoor-zaamheid ontvangt.


Enkele lijnen die de plaats van het verstand in de HS aangeven:.
De Farizeen hebben een ijver zonder verstand. Godsdienst zonder geestelijk verstand. Wisten veel, maar op verkeerde manier. 
Pls. voert als bezwaar tegen tongentaal aan, dat het verstand op non-actief staat. Vijf woorden spreken in goed verstand is beter dan een woordenstroom  die onverstaanbaar is.
De hoofdsom spreekt van liefde uit geheel uw verstand (Matth.22,37). Liefde kan dus ook het verstand beheersen. Verstand is niet altijd kil en abstract. 
Op de weg naar Emmaus wordt het verstand geopend. Ook hier geen intellectuele overdracht, maar een verstaan en doorzien van het geheel. Het gaat hier ook om kennis in de Schriften. De engel bij het graf sprak: Gedenkt hoe Hij gesproken heeft...
De Zoon van God is gekomen om ons verstand te geven om de Heere te kennen (1 Joh.5,20). Pls. wenst Timotheus dat de Heere hem verstand geve in alle dingen. Verstand dat de Heere (!) geeft (2 Tim.2,7). Hij moet ook denkend in gedachtenis houden de opstanding van Christus (2 Tim.2,8).
Bekend is ook de betekenis van het Hebr. ww jadah en het Griekse ginooskein.

Zo meer schriftplaatsen.
Er wordt echter ook negatief gesproken over het verstand van de mens. Het gaat dan om het verstand dat een wal opwerpt tegen het Woord, dat een instrument is van de verdorven mens tegen God. 
De waarheid is voor de wijzen en verstandigen verborgen en de kinderens geopenbaard (Matth.11). 
De natuurlijke mens is verduisterd in zijn verstand, door de onwetendheid die in hem is (Ef.4,18).
Er is sprake van opgeblazenheid van het vleselijke denken (Koll.2,18). Pls. schrijft aan Titus dat het verstand en het geweten van de Cretensen bevlekt is (1,15). Massa's mensen hebben ogv verstandelijke argumenten het geloof afgewezen. ieder kent trouwens ook zelf de verzoekingen vanuit zijn verstand. Het blijkt waar: Het verstand laat na de ware grond van het weldoen op te merken.
In deze tijd hebben de wetenschappen het recht verkregen om uit te maken of een religie waar is. Het leidde in sommige kringen algemeen tot een afwijzing van het chr. geloof.
Hier de naam van Kuitert te noemen: Het algemeen betwijfeld christelijk geloof.
Enige aandacht voor Wiersinga: Vorige week in de krant: Allerlei kerkelijk-theologische begrippen (de almachtige en drieenige God, erfzonde en de maagdelijke geboorte en lichamelijke opstanding van Christus) snel uit de liturgische en catechetische roulatie nemen. Ongewenst en schadelijke ze nog langer te gebruiken. "Ik stel voor de betref-fende teksten in een museum te plaatsen, als kunstwerken die een blijvend respekt verdienen, of ze op te slaan in een bibliotheek, als bronnen die men ten allen tijde kan raadplegen".
Het verhaal over Jezus' maagdelijke geboorte noemt Wiersinga strijdig met "onze redelijkheid en verbeeldingskracht".
Vlg. hem zijn er vier criteria voor het geloof: wat de theologie zegt moet denkbaar, voorstelbaar, ervaarbaar en werkbaar zijn.

Het is de vraag in hoeverre we hier nog een apologetische taak hebben en deze litteratuur nog moeten verwerken en beantwoorden.

Over het werk Gods in een mensenhart kan gezegd worden:
Komt de wedergeboorte, dan wordt ook het verstand krachtig verlicht (Can.III,IV.11). Hier geen te grote plaats aan het verstand (hier verstand niet gezien als behorend tot de binnenste delen van de mens (hart en wil).
Enerzijds wordt het verstand der verstandigen teniet gemaakt (1 Cor.1,19); de logica der zonde wordt doorbroken.
Positief wordt het verstand verlicht (Ef.1,18).  Op de leerschool. Opmerkelijk hoe pas-ontwaakte mensen veel kunnen weten en opnemen, leergierig zijn en beleerde mensen verre overtreffen, die buiten de genade staan.
Er komt en kennis met het hart (Zo 7). De HGeest schrijft Gods wetten in hun verstan-den.

Enkele overwegingen:

   1. Geen weg vanuit het verstand. Wel een appel op het verstand. ds. Kok over het hist. geloof. We kunnen daar zeker achter staan, in goede zin.
De prediking mag appeleren op het verstand. In de uitleg richten we ons tot het denkend vermogen van de gemeente. Laten we hier spreken over de redelijke gods-dienst. Er is niets verkeerds en verdraaids in. Kremer zei wel eens: De HS gaat het verstand teboven, maar is niet tegen het verstand.  De Apologeten gingen hierin voor, zij het dat zij wel ontspoord zijn. Teveel verplichtingen aan de toenmalige filosfie (Origenes).
Een andere invalshoek ligt in de toegenomen kennis onder de studerende jeugd.
Hoe daarmee omgaande? Denk aan studenten. Opmerkelijk: studie is geen belemmering voor de prediking. Stelt hogere eisen aan de verkondiging vh Woord? 

 2.   Het denkend aspect van het geloofsleven tgw. erg versmald. Geringe kennis van de gemeente. Weinig onderzoek. Ook bij die jongeren, die veel studeren. Het kennis-element wordt door veel catecheten geheel verwaarloosd.
Kerkeraadsleden lijden aan hetzelfde euvel. Niet alleen onkunde inzake de HS, ook inzake de beleving en de bevinding. [Marco Hofland] 
Bedenk wel: invalshoek voor dwalingen. Onbijbelse leringen leven duidelijk onder gemeenteleden. 

Preken uit de Levensbron weinig geestelijke diepgang, ook weinig bestudeerd  en onderbouwd.
Men gaat er teveel van uit, dat geloof niet te leren is. Is juist, maar kennis kan een onmisbare vooronderstelling genoemd worden.
Vroeger het type mensen, die weinig verstand hadden in de moderne zin. Wel: ervaring van het leven met God, sterke fundering in de HS; bijbelvaste mensen. Praktische kennis van de levensvragen, van alledaagse zaken ook, maar tegelijk van de vragen van het hart. 
Geen behoefte dat iemand u lere....Leraars vanwege de tijd...
Men verwacht van de prediking minder explicatie, wel een warme vonk, een praktisch woord, een bezielende betrokkenheid. 
De best bestudeerde preken komen een kleine minderheid slechts ten goede. 
Grote gave om moeilijke zaken eenvoudig te zeggen. 
Dus: pleidooi van de leerschook van de HGeest, waar het verstand verlicht wordt. Calvijn noemde het geloof notitia of cognitio (geen scientia).
Zaligmakende kennis (Zo 7). 


Het gevoel

Kille zakelijkheid wordt in HS overwonnen. Denk aan de gevoelsuitingen in de Psalmen. Innerlijke gevoelens zoals angst en vrees, droefheid en blijdschap, hoop en wanhoop, schuldbesef en verbrijzeling.
Tranen komen inde HS veelvuldig voor als uitingen van de bekering (Jer.31); of als begeleidende verschijnselen van het ambt (Timotheus, Pls, Johannes). Er zijn verder klaagliederen en ook lofzangen.

Als excurs kan enige aandacht gegeven worden aan het gevoel, zoals het voorkomt in de Belijdenis.
Het geloof is onafhankelijk van het gevoel, de waarneming, de ervaring. Toch biedt bijv. de confessie ruimte aan het gevoel. Het volgende:
Art.5: Testimonium Spiritus Sancti >
Geen aparte openbaring buiten het Woord. Bezegeling van het Woord door het inwendi-ge getuigenis van de HGeest (Calvijn). Geen scheiding, wel onderscheiding in tweeerlei getuigenis: a. aangaande de HS; b. aangaande het persoonlijke heil.
Dit getuigenis is niet gelijk te stellen met geestelijke ervaring (Van Genderen). Het is een getuigenis door en met het Woord (Westm.conf).
Art.9: de werkingen van de drie Goddelijke Personen, die wij in ons gevoelen.
Art. 15 spreekt over het gevoel der verdorvenheid.
Can.I,16: er zijn er die het levend geloof in Christus (......) nog niet krachtig in zich gevoelen.
III,13: de gelovigen weten en gevoelen dat zij geloven en liefhebben.
HC vr 58: Nademaal ik nu het beginsel der eeuwige vreugd in mijn hart gevoel....


     1.  Ook hier een zekere armoede. Emotionele tekorten in het geestelijke leven. Moderne mens is gevoelsarm. Ook in de kerk, op de kansel. Moderne hulpverleners geven daarentegen aan gevoelens een grote plaats. Uithuilen, uitrazen, uitschreeuwen.
Men verwijt de kerk een tekort aan blijdschap. Ten dele zeer juist. Te neutrale uitstraling van de kerkgangers en de gemeente. Beter gezegd: groot tekort aan echte droefheid en echte blijdschap. Te onbewogen, te geesteloos en te strak, te onaange-daan en onaandoenlijk!! 

 2.   Belangrijker dan het emotionele aspect is de plaats van het gevoel, zoals verwoord in de confessie. Ik doel hier op een rijke innerlijke ervaring en bevinding van het leven met de Heere. Rechte mystiek en Bijbelse pietas!
[ Mijn indruk: te vaak van de mens afgewezen naar wat buiten hem ligt ]. Tenvolle terecht. Maar is dat op zich niet gevaarlijk? Moeten we niet meer aangeven wat er in de mens behoort te zijn, om zodoende vanuit het gebrek daarvan, te wijzen op wat buiten de mens ligt? Hetgeen dan een mogelijkheid biedt, in Christus, om te komen tot een rijkere beleving van het innerlijke leven. Denk hier aan PINKSTEREN, aan de Geest van Christus.
Is het verder ook mogelijk dat men leeft uit de rechtvaardigende kracht van Christus, terwijl men, vanuit Christus, de meerdere vervulling van Gods Geest nog mag verwach-ten?  Lees speciaal hier Hand. 1, 4 (de belofte des Vaders verwachten, die gij, zeide Hij, van Mij gehoord hebt.
De prediking is te nuchter? Is er niet een gebrek aan innerlijke doorleving? 
            HS trekt hier wel lijnen. Denk bijvoorbeeld aan de prediking over hel en hemel. Spelende kinderen op de markt. Goede Vrijdag wekt droefheid, Pasen vreugde, Gethsemane angst en smart, Pinksteren vervulling. 
Helaas kan een missend mens zich in veel kringen niet meer echt uitspreken.
Misschien geldt dit tegelijk ook van het huppelen van zielevreugd. Zeggen we niet te spoedig dat dit overdreven is. 
Ik wijs op twee namen: Boanerges en Barnabbas. JohdeD en Jezus. Heman en Ethan naast elkaar, Thomas en Petrus. Er moest meer gevoel zijn. 
Meer verstand, meer gevoel. Het hart van de tgw. mens op slot, verarmd, gefrustreerd, verduisterd, bezet(!!)?

Enigszins terzijde hiervan het evrband tussen heilszekerheid en gevoel. Er is een zekerheid des geloofs, ook een zekerheid des gevoels. Bekende onderscheiding. Is zekerheid vrucht van een verstandelijke wetenschap? Nee. kan men zonder het gevoel komen tot heilszekerheid? Ook nee! 
Het geloof richt zich op het Woord. Dat eerste gegeven. De HGeest overtuigt van de waarheid van het Woord (verstand en gevoel beide bewerkt). Wie de kracht van het Woord geestelijk heeft leren kennen, moet onderscheiden tussen geloof en gevoel, en is zich bewust dat het geloof niet altijd gesteund wordt door gevoelige indrukken, al kunnen deze niet gemist worden en veraangenamen zij de weg van het geloof.

  3.  Veel mensen lijden tgw.aan verstoring van het psychische leven. Denken we hier soms niet aan wat men noemt de godsdverduistering?
Is hier een demonisering van het menselijke leven? De mens van nu is veelal innerlijk beperkt, verlamd, murw geslagen, uitdrukkingloos (gezicht). Bezinning hierop is wel nodig.
vel litteratuur verschenen over psychische aandoeningen. Men verwijt de orthodoxe prediking dat men angst-complexen en schuld-gevoelens kweekt. Traumatische ervaringen die wijzen op innerl. ontwrichting. 
In de gemeente komen we niet zelden mensen tegen, wier geestelijke leven mede ook belemmerd wordt door innerlijke blokkade's en remmingen. Velema wijst er op in zijn boekje over Geloof en gevoel. 
A. Schilder en in dat spoor enigszins van Pagee. Komt voor dat meer de schuld dan de vergeving wordt verkondigd. Komt ook voor dat verkeerde schuldgevoelens (tgo. schuldbesef) houvast vinden in eenzijdige Bijbelse accenten.
Er liggen in het chr. geloof waarheden, die, los van Gods Geest beleefd en bezien, zouden kunnen leiden tot wanhoop of anderzijds tot onverschilligheid.
De HS echter biedt juist rijke stof om mensen die innerlijk ontwricht zijn, houvast te bieden. De juiste voorstelling van het schuldbesef (men mag dat juist niet ontlopen op laten liggen) en de prediking van het kruis van Christus.
Toch een moeilijke zaak om een depresief mens te wijzen op de genade Gods. De HS geeft ook plaats aan de verschillende karakters in het geloofsleven. Hier kunnen namen genoemd worden als van Thomas en Heman, Petrus en Johannes.

Opmerkelijk is de plaats die de ervaring en de emotie innemen in de moderne mense-lijke religieuze beleving. Ik durf amper nog te spreken van een chr. beleving.
We hoorden reeds dat de intellektuele en wetenschappelijke denken de mens feitelijk het geloof ontnomen heeft. Het opmerkelijke is nu dat men het chr. geloof afwijst als te onwetenschappelijk, terwijl men aan allerlei vage mystiek ruim baan verleent. Dit m.n. te vinden in modern Geref. kringen (synodaal).
Hendrik Gommer (Trouw 8/5) wil de wetenschap het beslissende antwoord laten geven op de moderne waarheidsvraag. Klinkt ons niet vreemd en nieuw in de oren.
Anderzijds: de maatstaf voor het waarheidsgehalte legt hij in handen van de ervaring van de autonome mens. Via deze gedachte stelt hij dat de ervaring de grenzen tussen de verschillende religies omverwerpt. Men komt bij het heidendom terecht. Vandaag is er een grote aandacht voor allerlei telepathische en magische belevingen: bijna-dood-ervaringen, paranormale en kosmische ervaringen enz. Ook de oude dwaling vand e Gnostiek wordt tegenwoordig regelmatig in een blad als Trouw besproken, samen met New-Age.


De wil

HS stelt hier voor de keus: Mozes stelt voor leven en dood, zegen en vloek. Hij zegt erbij: Kies dan het leven. Hoe daarmee om? Hoe vertolkt? Mogen we dat zuiver overnemen?
Elia eveneens. In de nodiging om tot Christus te komen, om te geloven ligt een appel op de wil. Zo ook in de eis ter bekering. Heeft dit zin? Sommigen blijven steken in het voorstellen van de zaken.  
Denk aan de keus tussen Jezus en Barabbas. U stelt de gemeente dan ook daarvoor? Maar: niemand doet de goede keus! Feitelijke bedoeling ook: onwil kome openbaar. Dan wordt duidelijk: Gij wilt tot Mij niet komen. Dan kan er alleen troost liggen in Gods wil tot de zaligheid.
Telkens de weigering van de mens. Men stelt in zo'n geval terstond: de mens kan dat niet. Dat is wel ellende, maar nog geen schuld. Juist door het appel wordt de onwil van de mens duidelijk. Maar dan wel goed laten zien, wat die vernieuwde wil werkelijk inhoudt.

Geloven met het hart

Omvat dus alle delen van de mens.
Hier Christus ook ten voorbeeld. Denk aan Zijn kennis (12-jarige jongen). Het onderwijs dat Hij geeft. Hij is Profeet. Hij wordt in het OT geprofeteerd als de Wijsheid. Telkens de verwondering: Hoe verstaat gij niet? Christus is ook de Waarheid. Hij bevrijdt door de waarheid. Door kennis van zonde en genade, Adam en Christus. 
Er ligt in het spreken van Christus verhulling en openbaring. Denk aan de gelijkenissen. Deze verduidelijken en verbergen. 
Hij is tevens vol van gevoelens en innerlijke levensuitingen. Blijdschap en droefheid zien we in Zijn leven. Blijdschap over de gemeenschap met de Vader, droefheid over de onbekeerlijkheid, over de dood, over de verlating van God. Hij doorleed angst en eenzaamheid, toorn en duisternis.
Hij wist van geestelijke ontroering.
Hij wil tenvolle. Komend in de wereld: Ik draag Uw heilige wet. Christus wil Uw zaligheid. geloven wij dat tenvolle? Dan zullen we die liefdewil voorstellen. Uit Hem een zeer gewillig volk.
**********************************************************

afgeslankte vorm:


































DE WACHT BIJ HET HART

Hart: Uitgangen; Utrecht CS; Geef Mij....; lichaam, hart; mond en hart.
Stromen: verstand, gevoel, wil. Rijkdom; ook gevaar! Uiterste.
[ praktisch: theoretische opleiding; verliefdheid; opvoeding thuis ].

I Geschiedenis

VERSTAND > RK: theol. naturalis > Godsbewijzen > Scholastiek > Rationalisme > zeef > [ geen maagd. geboorte, geen nerdedaling ter hel, opstanding, hemelvaart, geen verzoening, want: onredelijk! ].
Orhtodoxie: kennis, dogma’s, denkkracht; te weinig betrokkenheid;
GKN: grote geleerdheid; commentaren; H Bavinck; volkomen weg;
wereldse wijsheid in de kaart;
Dus: verstand een zegen, ook een vloek.

GEVOEL > Romantiek > mystiek (chr. en alg); mystiek: sluiten vd ogen, innerlijke gevoelens; niet zonder gevaar! [ extase, occultisme, visioenen, stigmatisatie ];
Wederdopers: inwendige licht, stemmen en gezichten, maar: ontsporingen;
Piëtisme > Puritanisme, Nadere Reformatie; »» vooral: Spener!
Pinksterbeweging: emoties, Geest en geest, verwantschap met alg. uitingen; roes en droom.
Toronto-blessing: gekronkel, uitroepen, extase, Geest en geest;

WIL > Pelagius (Semi-P), Remonstranten: de wil benadrukt! Vrije wil. 
kringen van de EO: soms verwaarlozing van zaken als uitverkiezing, doodstaat, kortom: knechtelijke wil!!

Dus: strijdtoneel! Primaat? Hoe tgw ?
Ook binnen de Geref. Gezindte.


II Heilige Schrift
onderscheid in hoofdsom vd wet (hart, ziel, verstand, kracht);

VERSTAND
Ook in negatieve zin (Wetgeleerden, hist.geloof, verduisterd, onwetendheid, vleselijk denken en opgeblazenheid (Koll2,18); Cretenzen (verstand en geweten bevlekt); wijzen en verstandigen;

Vooral positief:> openen vh verstand, Timotheus (verstand in alle dingen, in gedachte-nis houden (2 Tim.2,7.8), Pasen (gedenkt); wet en verstand; 
Dus: geestelijk verstaan; geestelijk weten (HC vr 2).
Zegen vh verstand; nooit domheid is kenmerk; geen natuurlijk, wel geestelijk verstand; kennis in HC; 

GEVOEL

Niet met naam; wel gevoelsuitingen (tranen, blijdschap, huppelen, handenklappen, angst en vrees, hoop en wanhoop, schuldbesef en verbrijzeling.
Gelijkenis vd spelende kinderen; weg van Petrus; Ezra's droefheid; verl. zoon; CHR: wenen, verheugd, bewogen!
Ook negatief: Judas en schare bij het kruis; dochters van Jeruzalem; droefheid der wereld; Zaaier (tijdgeloof);

WIL

Keus > Mozes, Elia, Jozua, Christus. Appèl! Eis. Ook negatief: volk ttv Jozua; twee zonen; geen besef vd doodstaat!


III Actuele lijnen:

VERSTAND
a/ Tgw. weinig kennis; dwaling makkelijk binnen; gemeente, kerkeraad, predikant; jeugd!! Catechese: leren? Prediking moeilijk? Gevaar vd aanpassing; Moeilijke dingen eenvoudig!
Vreemd: geoefend verstand op school; intellektueel begaafd en getraind; bloei vd wetenschap; juist hier nalatigheid.
Dus studie en onderzoek; geestelijk, niet als hist. geloof slechts.

b/ hist. geloof? te goed weten? Appèl op verstand; geen weg vanuit verstand, maar wel middel; redelijke godsdienst; praeter en contra; bidden in verstand; 

c/ HG verlicht verstand; rijkdom; geestelijke kennis inzake ellende, verlossing, dogma's, praktijk, bevinding.
gebruik jullie verstand! HS wel boven verstand, niet tegen verstand; 

GEVOEL
a/ Ook tekorten. Emotionele armoede; gevoelsarm; daarentegen mod. psychologie; hier Pinksterinvloeden te verwachten; 
de kerk te neutraal, kil, onbewogen, te star en te geesteloos, rationeel!
b/ juist tgw: klemtoon > overkomen> vonk, relationeel, ervaring, reactie op beton en computer, egevoelens;
c/ dus pleiten daarvoor; hel en hemel; Gethsemané en Pinksteren; Joh. en Jezus, Boanerges, Barnabbas, Heman en Ethan, Thomas en Petrus.
Niet aanpraten, maar ruimte geven; vandaar klemtoon op beleving, bevinding, gestalten, gemis en vervulling, angst en vrede, zekerheid en strijd.
Bevinding meer dan gevoel. Wel deze stroom erbij. 
c. juist jongelui: jullie leeftijd (religionspsychologie: gevoelens, emoties, wanhoop, angst, depressie, sympathie, zelfbeschouwing, twijfel, smart, dweperij, idealisme, melancholie;
Belangrijke leeftijd. Beslissingen. 

WIL
Appèl of beschrijving? Beiden. Sterk appel. Eis en bevel. Geloof en bekering;
wel ivm vrije genade en doodstaat; verkiezing en HGeest; afhankelijkheid en verant-woordelijkheid.
Rijkdom vd HGeest in heel dit deel. Hij werkt in hart. Woont daar. Werken en vruchten en gaven vd HGeest. 
Jullie hart > verstand, gevoel, wil. Geen eenzijdigheid. Volle vervulling. Zie Pinksteren. Christus. Geef Mij uw hart:

De zomernacht werd zwart;
toen, zacht en duidelijk klonk er
een klare stem door 't donker:
Mijn zoon, geef Mij uw hart!

Ik aarzelde....verward...
was het de wind die zoefde?
en weer zei, maar bedroefder
de Stem: geef Mij uw hart.

Ik wrong mij op de grond,
tot ik de woorden vond:
Heer', 't moet door U genomen!

En nog eens overviel
die stille stem mijn ziel:
daartoe ben Ik gekomen.