Prediker 3, 11                                      

 

De N. Vert. heeft voor "schoon” het woord voortreffelijk”. Dit woord vraagt om toelichting vanuit de lijst in vers 1-8. De St. Vert. geeft ook nader aan: fraai, wulps (?). Neem er enkele delen uit. Is dit wel waar? Is alles voortreffelijk? De Prediker heeft zelf gezegd dat alles de ijdelste ijdelheid is.

We moeten concluderen dat het hier de tijden van Gods volk betreft, als het geloof leeft en zij het volkomen met God eens zijn. Voor hen is alles schoon. HIJ heeft het schoon, goed  gemaakt. De mens moet aan Gods kant komen te staan. Wie het met Hem eens is, zal het onderschrijven.

Alles heeft zijn bestemde tijd. Geef dat aan met winter, storm, koude, warmte, regen, enz. Hier worden bijv. tegenover elkaar gesteld: geboorte en sterven. Beiden hebben een diepe zin. Geef in het geloof aan wat dat betekent. Geef het ook enigszins aan als we in het ongeloof staan. Wat is een geboorte zonder geloofszicht? Wat het sterven zonder geloof?

Planten en uitroeien zijn te verstaan. Kan duidelijk worden aangegeven. Het komt er, in het algemeen, op neer dat er niet alleen maar moeilijke tijden zijn. Ook niet alleen maar mooie dagen. We moeten deze dingen in evenwicht beschouwen. Men kan denken aan de mooie kant van het leven, maar vroeg of laat komt ook het andere. Dat kan aangegeven worden met geboorte en sterven, wenen en lachen, omhelzen en verre ervan te zijn, zoeken en verliezen. Zou alleen deze positieve rij er staan, hoe zou het leven zijn? Bedenk dat er tijden en dagen komen, waarin je het zelf niet aan kunt. Bedenk ook dat er dagen zullen komen, waarin er verandering zal komen. Bedenk ook dat deze twee lijnen pas schoon zijn, als je de Heere erin hebt leren kennen. Hij maakt schoon!! Denk aan het borduurwerk. De Heere kan allerlei negatieve zaken gebruiken: sterven, afbreken, wenen, stenen vergaderen, scheuren. Kan geestelijk geduid worden. Gelukkig als we deze reeks hebben leren verstaan.

Verder kunnen we zeggen: deze twee lijnen hebben elkaar nodig. Veel ervan verstaan we ook wel als nuttig en goed: uitroeien, doden, afbreken, wenen, stenen vergaderen, verloren laten gaan enz.

 

Dus hoe maakt de Heere schoon?

1. Op zijn tijd is het nuttig (planten en uittrekken; oorlog en vrede; zwijgen en spreken);

2. Lachen, geboren worden, omhelzen dat alles is pas schoon, als de Heere er licht over geeft;

3. Treuren wordt nuttig, als we de Heere leren kennen in een droefheid naar God. Dat geldt ook van sterven, wenen, oorlog voeren, stenen vergaderen, zwijgen.

4. Bedenk dat deze twee lijnen  er steeds weer zullen zijn;

5. Leef niet als optimist, ook niet als pessimist. Stof genoeg!

6. Deze lijst kunnen we betrekken op het nut en de heerlijkheid van het leven van Jezus.

 

Hij heeft de eeuw in het hart gelegd. Veel verklaringen voor deze zin. Henry geeft vooral deze verklaring: we zijn te werelds om diep over alles na te denken. De N.Vert.: de mens heeft de neiging van de Heere verkregen om hierover na te denken. De St. Vert. heeft o.m.: de Heere heeft juist de eeuwigheid in het hart gelegd. Dachsel nadert de gedachte van de St. Vert.

Misschien mogen we deze exegese volgen: Hij, de Heere, heeft boven alle tijdelijke zaken ook de eeuwigheid in het hart gelegd. Deze waarheid dus: er is meer dan deze tijdelijke zaken. De mens heeft een algemene indruk van de eeuwigheid. Hij beseft, denk maar aan de heidenen, dat er meer is dan de tijdelijke zaken. De Heere gaf u besef van de eeuwigheid. Hiermee kan bedoeld zijn de ingeschapen Godskennis.

Mensen hebben dit voor op de dieren. Wat doet u met die kennis (Cognitio dei acquisita)? Blijf niet hangen in die tijdelijke zaken. Er is meer dan dat. Er is een God. Er is een eeuwigheid. Bedenk eens: eeuwig lachen, eeuwig wenen, eeuwig sterven, eeuwig omhelzen, eeuwig verloren gaan, eeuwig behouden worden. Geeft buitengemene kracht en diepte aan de tekst. Bent u daarop al voorbereid? Hebt u al met Mozes daarover nagedacht? Uw dagen leren tellen? Psalm 90.

Dit alles op zich (alleen) geeftechter geen waar geloof. Er zijn mensen die heel waar kunnen spreken over de ernst van het leven en de kortstondigheid, over de noodzaak der genade, maar die niet verder komen. De Heere heeft niet de genade in het hart gelegd, Zijn Zoon Jezus Christus. We moeten het ontoereikende van dit nabijkomende werk leren inzien.

Maar we mogen wel zeggen: Benut dat verstand, benut die ernst, besef de vergankelijkheid, denk na over de eeuwigheid. Romeinen 1 geeft al aan dat zij niet te verontschuldigen zijn. Men kan met dat alles een heiden blijven. Er staat ook achter: de mens kan het werk Gods niet uitvinden, van begin tot einde, in zijn volle omvang (Rom.11,32; 1 Cor.13,12). Je kunt iets pas beoordelen en taxeren als je het gehele proces kunt overzien, van begin tot eind.

De mens kan niet. Hij weet niet. Hij doorziet niet. Met al zijn gaven van verstand en gevoel, met zijn vele vermogens. Hier komt nu aan de orde het werk dat God maakt of gemaakt heeft. Daarover geeft vers 14 een nadere uitwerking.

Daar wordt gedoeld op Gods onveranderlijke plan. Wat heeft God gedaan? Schepping en herschepping geven da aan. Er is niet af en toe te doen. Dat de harde (?) waarheid. Geen harde waarheid, juist een heerlijke waarheid. De mens loopt vast op Gods plan. Hij kan het niet naar eigen hand zetten. Hij verandert niets. Alles is bepaald. Ook in uw leven. Dat is een verroostende gedachte. Maar hoe komen we tot deze troost?

Enkele lijnen: 1. De mens zelf kan er niets aan veranderen. Dat is gelukkig. Stel eens dat Obama of Poetin de leidsels in handen zouden hebben. Stel eens dat u het zelf zou kunnen doen, dat u Gods werk zou kunnen veranderen. Dat u er toe en af kon doen. De mensen zouden elkaar vokomen uitroeien. U met uw zwakheid en kleinheid, met uw verkeerdheid en boosheid, met uw dwaasheid en beperkingen. Wat zou het resultaat zijn? Waartoe leidt de bekommernis,  het besef van eigen zwakheid, het feit van de verkiezing, het vastgelegde plan van de hemel?

Opdat men vreze…. Dat doet de mens niet. Hij meent alles zelf te kunnen. Hij vreest God niet en ontziet geen mens. Geen vreze Gods voor zijn ogen.

Vers 14 geeft de positieve omslag aan. Nu leer hij de Heere te vrezen. Hij krijgt een diep besef van Gods majesteit, ook van Zijn almacht. Daardoor leert de zondaar eigen kleinheid kennen. Deze vrees staat op een lijn met diep ontzag. Alles verloopt volgens de plannen Gods. Deze vrees heeft ook iets anders in zich. Er is juist ook liefde in. Hoe leert de mens deze kennen vanuit de werken Gods?

Wel, de zondaar gaat die God zoeken. Hij valt op de knieen. Hij leert eigen onvermogen. Hij gaat de Heere nodig krijgen. Hij wil vrede met die heilige God sluiten en verzoening bekomen. Dat zoeken de heidenen, maar ze weten er niets van, er is geen openbaring uit de hemel, die zaligmakend tot hen komt. De Heere heeft u die openbaring gegeven. U hebt gehoord van de Heere Jezus. Van het evangelie, van Gods liefde. Juist door vast te lopen, gaat de mens vrezen voor Gods aangezicht. In die vrees ligt de oplossing en de verlossing. Zijn dan die weerstanden opgeheven? IN wezen wel. Wie God vreest, deelt in de zaligmakende kennis. Poole geeft in een lange zin veel aan. Juist geen wanhoop, maar een levendige hoop. Rust in God. Veertrouw op Zijn werk. Het werk Gods is het werk der schepping en dat der herschepping. Het werk Gods ligt in Christus. God werkt het willen en het werken. Christus heeft alles uitgewerkt. Des mensen werk is bekommernis, Gods werk leidt tot kinderlijke vreze.

 

 

Pred.3:11                                    311212                                                 1090

 

Tijd en eeuwigheid

LEVENSWIJSHEID

 

verscheurd leven

a/ jaarw (1. 11)/ geboorte en dood/                        b/ twee reeksen, evenwicht, 2.5.8/                 c/ zorg? Vs 10 > bekommernis/ voordeel? [9]/;      d/ dit leven geen rust;  

uw 2012? Gevallen wereld!

 

hersteld leven 

a. God geeft [10] > exercise, vernedering (Poole)/

b. schoon?/ HIJ¸niet ìk/ [2: obi. en subi]/hele proces!/

c. hoe? deels onnodig? (Bv; geboorte,lachen, bouwen,liefde),/ deels mogelijk (sterven, kermen, oorlog)/ in CHR alles schoon/ Hij het kruis, vloek, met Hem;

 

bewust leven       (eeuw)

a. te werelds/

b. eeuwigheid in het hart (SV)/ alg. Godskennis/ beperkt, alg, [11]/

c. Geest gegeven, dan werk Gods…..

 

Ps. 89:19,2                                  Ps. 77:5,7

Prediker 3                                   Ps.126:3                                     

Ps.106:4                                      Ps.102:15