Jesaja 9: 5,6                    211212

 

 

5 Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij is op Zijn schouder; en men noemt Zijn naam Wonderlijk, Raad, Sterke God, Vader der eeuwigheid, Vredevorst;

6 Der grootheid dezer heerschappij en des vredes zal geen einde zijn op den troon van David en in zijn koninkrijk, om dat te bevestigen, en dat te sterken met gericht en met gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid toe. De ijver des HEEREN der heirscharen zal zulks doen.

 

 

1. Hier gaat het niet om een aankondiging van God aan ons, maar onze aankondiging aan anderen. Een bericht dat opmerkelijk is na het spreken over een zware veldslag.

Eerst de aankondiging van Godswege, de gave van God. We kunnen als uitgangspunt vers 1 nemen, dan blijven we in de buurt van de tekst. Daarin evangelische accenten, zoals: groot Licht (2x), duisternis, schaduw des doods; deze woorden kunnen naadloos toegepast worden op de herders, bij wie deze elementen ook naar voren komen: de nacht, de heerlijkheid des Heeren. De Heere Jezus Zelf past het toe op Galilea (Mattheus 4:14).

Het gaat hier, in dit eerste deel van de preek, zuiver alleen om de gave. Dus een voorwerpelijk gegeven, dat de gemeente verkondigd wordt. Leg zodoende Jezus aan de voeten van de mensen, geef Hem hun aan, breng Hem tot hen uit (Pilatus). Gebruik ook de bekendmaking van de engelen aan de herders (let op het nadrukkelijke: U (2x). Op een geboortekaartje staat natuurlijk nooit: u geboren. Nee, u mag wel komen kijken, maar is en blijft van de ouders.

 

2. Hij is òns geboren en òns gegeven;

a. In deze woorden wordt dit Kind aanvaard. Dat is een volgend bedrijf, een volgende handeling, een vervolg. Na de aankondiging nu de aanvaarding. Er zijn ook velen, die Hem verwerpen, in de wereld, in de kerk. We kunnen hier slechts twee dingen doen. Denk niet dat het ook wel goed is als u het aanhoort, steeds weer, elk jaar weer en vervolgens zonder Hem naar huis gaat.

Maar hoe kunnen wij Hem aannemen? Het Griekse lambnein betekent beide: aanreiken en ontvangen (Joh.1:16).

U kunt pas aannemen nadat u weet van dit aanbieden van Gods kant. Door die aanbieding wordt de aanvaarding mogelijk. De handeling van het HA is evengelijk: aabieden van het brood en het aannemen ervan. Dat zijn twee handelingen. Niet aannemen, zonder aanbieden; dat zou diefstal zijn.

b. Wie Hem ontvangt, krijgt zicht op Zijn Persoon. Allereerst is Hij een gave. Dit correspondeert op wat zonet gezegd is: geven om Hem aan te nemen. Hier aandacht ook voor de buitengewone Gave Gods. Gode zij dank, zegt de apostel, voor Zijn onuitsprekelijke Gave. Hier komt Johannes 3:16 in beeld.

 

3. Hij wordt niet alleen gegeven, ook niet alleen aanvaard, maar ook benoemd. Men noemt Zijn Naam: hier niet bedoeld de Naam Die God Hem gaf, maar zoals de Kerk Hem mag zien door het geloof.

Hier een zeer scherpe blik op dit Kind. Wat kan een kind nu eigenlijk betekenen? Het geloof ziet er alles in. De gegeven namen spreken van een scherpe geloofsblik. Het doet denken aan de woorden van de Bruidskerk in Hooglied 5:10v. Want hier wordt ver boven het menselijke uitgegrepen. Zijn Godheid wordt beleden en omdat Hij God is, is Hij ook Vader en zelfs Zijn eeuwige praeëxistentie wordt gezien.

Maar deze aanduidingen klinken in de mond van mensen die Hem zo hebben gezien en ervaren. Daar hoort een volk bij, dat om al die zaken verlegen is. Hoe noemt u em? Misschien veel minder helder? Dat is niet het bezwaar, als we Hem maar gezien hebben. Er is voortgang, een weg naar de diepere kennis; vlees en bloed openbaart het niet, maar de Vader in de hemel.

Niet genoeg is het als we Hem mooie namen geven, die buiten de orde zijn, zoals Elia of Johannes. Dit noemen is dus heel belangrijk en voornaam.

Verder krijgt Hij deze Namen van de Kerk omdat we Hem bij die Namen zouden kunnen aanroepen en onderscheiden (Hand. 4:12).  Dat zijn twee verschillende dingen.

 

We zouden nog een enkele duiding in het kort kunnen geven aan de geboden Namen:

Wonderlijk: geen ratio, geen wetmatigheid, maar boven elke menselijke maatstaf;

Raad: voor hen die erom verlegen zijn; geen kennis hebben (Ps. 32; Openb.3);

Sterke God: Boven het menselijke; Hier het wonder van Kerst;

Vader der eeuwigheid, eeuwige Vader: spreekt ons van de eeuwige dingen; Is de Zoon de Vader? Dat is de Zoon naar Zijn Godheid;

Vredevorst: werk deze vrede uit!

 

 

DE GEBOORTE VAN GODS ZOON

 

Hij wordt gegeven

Vers 1 > feit > Mtt4 > herders > mensheid/ Evangelie!/ ook u!

 

Hij wordt ontvangen

Luk2:10,11 > u!/ Òns (2x)/ geboren en gegeven/ elke geboorte/ deze vooral/ concreet: is "u” geworden tot "ons”?/ toeëigening;

 

Hij wordt benoemd

Door de hemel, hie door mensen/ diep gezicht, grootse namen/ ondanks…/ summiere duiding/ vers 6;

 

Ps.132:10,11

 

Ps. 89:9                                              Zach:3,4

Jesaja 9                                              Ps. 95:2,4                                          

Ps.  2:6                                              Ps. 89:8