DE VERZOENING: RUIMTE EN GRENZEN                                                   1

 

Opvattingen:

 

Geef ter inleiding aan de verstoorde verhouding tussen God en mensen;

Ligt de onvrede nu bij God en mens beide, of alleen bij God, of alleen bij de mens?

 

1. Loskopingstheorie (Origines): Christus kocht de mens los uit de macht vd satan; verlossing is hier verlossing uit de macht van het kwaad.

2. Satisfactieleer (Anselmus): vergeving door aut poena aut satisfactio; poena niet (Gods plan dan teniet), dus satisfactie;

moest oneindig zijn, vanwege oneindige schuld; de mens moest deze geven, God alleen kon haar tot stand brengen; dus moest God mens worden. Verdienste van Christus komt de mens ten goede. Enigszins scholastiek.

Reformatorische leer van de verzoening door voldoening wel anselmiaans, maar meer nadruk op het "voor ons en in onze plaats" (DL II,2); zo 5 en 6 HC wel anselmiaans, maar vanuit zo 1 te bezien. Geen constructie.

 

3. Subiektieve verzoeningsleer:

Reeds Abealardus (grondlegger);

Niet Christus voor ons, maar in ons. Ebionieten en Socinianen. Christus is Profeet, Die door Zijn voorbeeld de mens helpt.

Socinianen: verzoening is a/ in strijd met de HS (vergeving, dus geen voldoening); b/ niet noodzakelijk (gerechtigheid en barmhartigheid Gods niet onderl. in strijd); c/ onmogelijk (schuld niet overdraagbaar); d/ schadelijk (kweekt zorgeloosheid en goddeloosheid).

 

Ritschl: verzoening gericht op de mens. God is niet rechter, Hij is liefde. De mensheid gaat gebukt onder schuldgevoel, waarin Christus Gods liefde openbaart. Nu mag de mens Hem vertrouwen.

Geen enkele noodzaak van de verzoening.

 

Men voerde als bezwaar aan: Hoe kan God, Die Zijn Zoon uit liefde gaf, tegelijk verzoend moeten worden? In dat geval zou er een Umstimmung plaats gevonden hebben in God, door het offer van Christus.

 

Groninger theologie:

Dood van Christus was openbaring van: 1. Gods liefde; 2. Jezus' volmaaktheid; 3. Zonde van de mens.

 

Berkhof: geen juridische duiding, maar Johaneïsche begrippen zoals liefde, gehoor­zaamheid en verheerlijking.

_

Verzoening komt tot stand door geloof en bekering van de mens. Subiektieve verzoe­ning (spits op de mens gericht). begrippen als satisfactie en plaatsvervanging zijn niet Bijbels; moet men laten vallen. ­Het bloed roept op tot inkeer en berouw (Judas en Petrus). Wiersinga.                                       

 

4. Barth: In Christus lijdt en handelt God Zelf (Theopaschitische tendenzen);

Plaatsvervanging niet duidelijk. Neiging tot alverzoening.

 

Weerlegging:

 

Oude Testament:

Wortels hiervan in OT. Verzoenen (hebr): kipper: lett: bedekken, uitwissen;  dodelijke straf afgeven, vlg. Pop.

Grieks: katalasso (herstel van een relatie); hilaskomai (kipper, OT).

 

Kipper is een handeling die een des doods schuldige betreft. Vervangingswaarde (Deut.32,43).

 

OFFER tekent de verzoening. Ook andere middelen: voorbede van Mozes. Paasoffer en bondsoffer. handoplegging belangrijke illustratie. Ander belangrijk woord: losprijs (lutron).

Het is verzoening door voldoening!!

 

CHRISTUS is het bondsoffer: bevestigd door het bloed des verbonds. Denk aan de woorden: slachtoffer, gave, losprijs.

 

Nieuwe testament:

voor ons en in onze plaats (art.20-22 ngb)

 

HS: 2 Kor.5,21: Christus tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid Gods in Hem.

Gal.3,13:Christus tot een vloek geworden voor ons.

Rom.8,3: God heeft de zonde veroordeeld in het vlees.

 

We moeten spreken van satisfactio vicaria: Gen.22,12; Lev.16,21; Jesaja 53;

Denk ook aan de woorden lutron (losmaking uit banden van de gevangenis) en timP (dure prijs van Zijn bloed).

 

[ Men kan ook releveren de verschillende zingevingen aan het sterven van Christus:

a/ juridisch >  rechtvaardiging, vergeving, aanneming, erfenis;

b/ mystiek > sterven en opstaan met Christus;

c/ ethisch > wedergeboorte, levendmaking, heiligmaking;

d/ moreel > navolging;

e/ Fhysiek > overwinning van de dood; ]  

 

Gaat om de plaats van Gods gerechtigheid:

Dunscotus: willekeur;  Augustinus, Athanasius, Thomas, Calvijn: niet noodzakelijk, wel hoogst passend en gepast;

Anselmus, Beza, Voetius, Owen, de Moor: absoluut noodzakelijk.

 

 

 

RUIMTE EN GRENZEN:

 

Bekende tekst: Joh.3,16. Zie ook 3,17; 4,42 (de Zaligmaker der wereld); 6,33 (de wereld het leven gevend); 12,47 (niet gekomen de wereld te veroordelen, maar zalig te maken).

Origines: alle mensen worden zalig, ook de gevallen engelen > absolute UNIVERSALI­SME.

Niemand volgde hem bijna.

 

Wel leerden/leren velen: Christus stierf voor alle mensen, hoofd voor hoofd.

Augustinus leerde vooral de Particuliere verzoening (verkiezing).

 

Hierna aandacht voor de ALGEMENE VERZOENING, door vG genoemd: relatieve UNIVERSALISME.

 

Rome: Christus stierf voor alle mensen; de goedwillenden hebben het profijt daarvan.

Remonstranten: schema mogelijkheid-werkelijkheid; hangt van de vrije wil van de mens af;  Remonstrantie: voor allen gestorven (niet: in onze plaats, maar terwille van ons, ons ten gunste). Zo ook Wesley (Leger des heils).

Hypothetisch Universalisme: Saumur (Cameron en Amyraut): middenweg tussen Remonstrantisme en Calvinisme.

Eerste besluit: alg. verzoening van alle mensen; tweede besluit: God geeft bepaalde mensen het geloof. Kruis voor allen, maar sommigen tot geloof verkoren, anderen niet. Tweeërlei wil van God. Theologisch: geforceerd verschil tussen Christus (allen) en de HGeest (sommigen).

 

Universalisten beroepen zich op andere reeksen:

Jes.53,6 (aller ongerechtigheden); Rom.5,18 (de genade komt over alle mensen tot rechtvaardigmaking des levens); 1 Cor.15,22 (allen zullen in Christus levend gemaakt worden); 2 Cor.5,15 (EJn voor allen gestorven); er volgt op: (dus zijn zij allen gestorven >!

Hebr.2,9: (voor allen de dood smaken zoude...).

HB: ook de Universalisten beperken dit.

Rom.8,32: overgegeven voor ons allen (uitverkorenen Gods, zie verband);

1 Tim.2,6: rantsoen voor allen (allerlei mensen, Calvijn);

 

Meer belang in teksten als: Ez.18,23; 33,11; Joh.1,29; 3,16; 4,42; 1 Tim.2,4 eap.

 

Er wordt ook wel eens een beroep gedaan op zondag 15 : de toorn Gods tegen de zonde van het ganse menselijke geslacht gedragen....

 

Standpuntbepaling:                                                                                                    

 

Toespitsing in de vraag: VOOR WIE STIERF JEZUS?

Gezegde bijna algemeen: Hij is voor alle mensen gestorven.

Feitelijke vraag (vG): de waarde en kracht van de offerande van Christus.

 

A.   Offer van Christus in verband gebracht met:

 

velen (Jes.53,11.12; Matth.20,28; 26,28; Rom.5,15 (!); Hebr.2,10);

Zijn volk (Matth.1,21; Titus 2,14; hebr.2,17; 7,27; 13,12);

Zijn schapen (Joh.10,11; Hebr.13,20);

Zijn broeders (Hebr.2,11);

Kinderen Gods (Joh.11,52; hebr.2,13-15);

Gegevenen des Vaders (Joh.6,37; 17,2); de gemeente (Hand.20,28; Ef.5,25);

Zijn lichaam (Ef.5,23) en ons (Gal.3,13; div).

 

Denk ook de strikte uitspraken over het sterven van Jezus. Twee voorzetsels, nl. peri (terwille van) en huper (voor, ten behoeve van):

Huper staat voor:

velen (matth.20,28); schapen (Joh.10,15); goddelozen (Rom.5,6); allen (2 Cor.5,15); ons (Gal.3,13);

Peri:

velen (Matth.26,28) of de gehele wereld: (1 Joh.2,2).

 

TWEE GRONDBEGRIPPEN:

 

B.   Wat betekent het woord: wereld?

a/ de gehele mensheid; b/ de wereld der uitverkorenen; c/ alle mensen (hb); d/ de wereld als kwalitatieve aanduiding.

 

C.   1 Tim.2,4 (Welke wil, dat alle mensen zalig worden).

 

Augustinus: voluntate antecedente, conditionale (indien zij zelf willen).

Anderen: allerlei mensen; of: niet op gelijke wijze wil Hij de zaligheid van alle mensen (voluntas beneplaciti en de voluntas signi).

 

Calvijn, Augustinus, Maresius, Mastricht: sufficiënter voor allen, efficaciter voor de uitverkorenen.

 

NB: Op de Dordtsche Synode spraken de buitenlandse afgevaardigden  over de dignitas en de sufficiNntia van Christus' offerande zo ruim mogelijk.

 

Verdere weerlegging:

 

D.   Mogelijkheid: halve Zaligmaker; werkelijkheid: hele Zaligmaker.  

HB: De Universalisten zoeken het in de kwantiteit, maar beperken de kwaliteit.

Christus is dan niet een volkomen Zaligmaker; Geen toepassing en uitdeling. Hij verwierf niet alleen de mogelijkheid, maar ook de werkelijkheid.

 

E.   Universalisten kennen slechts één reeks teksten (die allen spreken over het werken van de mens; de Particularisten doen meer recht aan de volle waarheid der HS, waarin duidelijk zowel de taak van de mens alsook vooral de Goddelijke factor in de zaligheid van de mens aan de orde komen.

Zeer sterk argument!!

Universalisten weten met een deel van de HS geen raad. Particularisten doen volledig recht aan de oproep tot bekering en de aanbieding der beloften.

 

Verder: in Joh.10 (schapen): tegenstelling; 2 Kor.5,15 (een voor allen): allen nieuw schepsel?

 

"Stemming": God voor, satan tegen; U beslist!!

 

RUIMTE:

 

Remonstranten vrezen dat er bij Calvinisten geen evangelie voor allen is. DL spreken echter van een belofte zonder onderscheid aan alle mensen.

2 Kor.5,19: God was in Christus de wereld met Zz verzoenende; dus laat U met God verzoenen! Let op tweemaal verzoening. Hier woorden van de HC: toorn Gods tegen de zonde vh ganse menselijke geslacht gedragen (antw.37); Dood van Christus overvloe­dig genoegzaam...(DL II,3).

 

Evangelie vd verzoening heeft universele betekenis.

 

Er kan gesteld worden: Ieder mag geloven in Christus, want God gaf aan de wereld (Marrowmen).

Men zei ook: Christ is dead for Him, hetgeen iets anders is als: Christ died for him. Zo Boston en de Erskine's.

Later sprak de synode uit: Christus heeft allen gebracht in a salvable state.

 

De vraag hier ook van belang: Hebben alle mensen recht op Christus? *****

Het antwoord is eerst nee, daarna JA. Hij wordt vrijelijk aangeboden!

Mensen als Rutherford, Guthrie ea. waren voorstanders van de alg. voldoening.

 

Geef ook de betekenis aan van het "In Christus geheiligd" en bijv. Joh.15;

Verbond. Verbondsheiligheid. Belofte. ToeNigenen wat we in Christus hebben. Giro?? Onbekeerde heeft veel aan Christus te danken. Alg. genade. Beloften en aanbod hier vanuit Christus voortgekomen.

 

Ook heeft het werk van Christus een bepaalde betekenis voor alle mensen:

Alle natuurlijke zegeningen zijn in strikte zin voortkomend uit Hem;

Rom.8,28.32; 1 Tim.4,8; 2 Petr.1,3;

De wereld werd gespaard omdat Christus komen zou; allen hebben veel aan hem te danken;

De redeloze natuur, de engelen ook hebben voordeel van Zijn komst, ook al verwierf Hij voor hen de zaligheid niet.

 

Spreek ook over het aanbod van genade aan alle mensen:

 

 

1. De HS beveelt het; prediking aan allen en uitkomst kunnen wij niet rijmen;

2. Gods aanbieding ernstig en oprecht gemeend; God zegt daarin niet wat Hij doen zal, maar wat wij doen moeten;

3. De schuld, de ongehoorzaamheid wordt duidelijk gesteld in de HS;

4. Gods werk en des mensen werken grijpen ineen, liggen in elkaar verstrengeld (Filip.2);

 

 

 

 

SAMENVATTING             DE VERZOENING: RUIMTE EN GRENZEN;                                                                           of: Voor wie  stierf Jezus?                       

 

Er bestaat een spanning tussen de ruimte van de verzoening enerzijds en de grenzen daarvan anderzijds; de ruimte vinden we bijv. in Joh. 3, 16 (wereld) en de grenzen in bijv. Joh. 17: 9 (degenen die Gij Mij gegeven hebt).

Deze spanning kunnen we niet opheffen, wel nader belichten, voorstellen!

 

Verschillende oplossingen:

 

1. Origines leerde het absolute UNIVERSALISME: alle mensen worden zalig, ook de gevallen engelen. Hij kreeg weinig aanhang.

 

2. Onze Geref. Belijdenis leert in navolging van de HS de leer van de Particuliere genade PARTICULARIS- ME). Daarin komen zowel de ruimte, alsook de grenzen duidelijk aan de orde.

Bekend thema vd toepassing: werk vd HG; Filip.212.13; Joh.3,16; Ef.2,1.8; Psalm 14; Ezech.36 en 37;

Ieder gevoelt spanning. Prediking: twee woorden. Tgw. soms verwaarloosd?

Deze lijn geeft twee sporen, denk aan de trein; aan zeilschip.

 

3. Daarnaast is er sprake van een relatief UNIVERSALISME. Dit verdient veel aandacht vanwege de brede aanhang daarvan, ook in onze tijd.

Hier hangt de zaligheid af van de vrije wil van de mens: Jezus is voor allen gestorven; ieder mens moet nu van zijn kant de keus doen.

Dit wordt in hoofdzaak geleerd door Rome, door de Remonstranten, door het Leger des Heils, door mensen als Wesley enz.

De school van Saumur (Cameron, Amyraut) bewandelde een tussen weg; hier leerde men een tweeërlei besluit; Richard Baxter hierom ook bekend.

 

Men beroept zich op teksten als: Jes. 53:6 (aller ongerechtigheden), Rom.5:18 (de genade komt over alle mensen), 1 Cor.15:22 (allen in Christus levend gemaakt worden); zie verder: Hebr.2:9; Rom.8:32; 1 Tim.2:6; hier staat steeds het woord "alle(n)”.

Daarnaast een andere reeks: Ezech. 18:23; 33:11; Joh.1:29; 3:16; 4:42; 1 Tim.2:4 [!]eap.

 

We stellenhiertegenover:

 

A. In de HS wordt het offer van Christus in verband gebracht met: velen (Jes. 53:11.12), Zijn volk (Matth.1:21), Zijn schapen (Joh.10:11), Zijn broeders (Hebr.2:11), kinderen Gods (Joh.11:52), de gegevenen des Vaders (Joh.6:37; 17:2), de gemeente (Hand.20:28) en Zijn lichaam (Ef.5:23).

Twee voorzetsels (gebruikt voor "voor”) gebruikt in het NT. 1. Peri (terwille van) spreek van velen (Matth.26:28) of de gehele wereld (1 Joh.2:2); 2. Uper (voor, ten behoeve van) spreek van: velen (Matth.20:28), schapen (Joh.10:15), goddelozen (Rom.5:6), allen (2 Cor.5:15) en ons (Gal.3:13).

 

B. Het begrip "wereld” wordt verklaard als a/ de gehele mensheid; b/ de wereld der uitverkorenen; c/ de wereld als kwalitatieve aanduiding (verloren mensheid).

De uitdrukking "alle mensen”  wordt reeds door Augustinus verklaard als conditioneel: indien zij zelf willen (niet in Romonstrantse zin), of willende gemaakt zijn. Men spreekt ook wel van allerlei mensen, of: niet op gelijke wijze wil God de zaligheid van alle mensen (tweeërlei wil, des besluits en des bevels).

 

C. De Universalisten zoeken het in de kwantiteit, maar beperken de kwaliteit (Christus is niet een volkomen Zaligmaker, omat Hij het niet toepast en uitdeelt).

 

D. Het schriftberoep van de Universalisten is eenzijdig; in bepaalde kringen worden zaken als de verkiezing en de doodstaat van de mens niet sterk en voldoende belicht;  tegenover hun schriftberoep staat een andere reeks teksten, die Gods vrijmacht belichten. De Paticularisten willen zowel aandacht geven aan de ruimte alsook aan de grenzen.

 

Wat betreft de ruimte der verzoening kunnen we bijv. denken aan de Heid. Cat. (antw 37) en de DL (II,3).

Het aanbod van genade verdient sterke beklemtoning, ook nu.  De Heere beveelt het en Hem is de uitkomst bekend; Gods anbieding is verder oprecht gemeend. Verder zegt Hij daarin niet wat Hij doen zal, maar wat wij doen moeten. De schuld, de ongehoorzaamheid wordt duidelijk gesteld in de HS. Gods werk en des mensen werken grijpen ineen, liggen in elkaar verstrengeld (Filip.2);

 

Reumerend:

 

Verzoening is zowel gericht op God alsook op de mens;

Het is een volkomen werk van God, zonder iets vd mens;

De mens wordt er geheel bij ingeschakeld.