Ik heb dit boek behandeld op een volwassencatechisatie. Hopelijk kunt u iets van deze schetsen begrijpen.
 
 
 

Gen.3,1-15                                            Ps. 32:3                   Ps. 130:1,2

 

JOHN BUNYAN             HEILIGE OORLOG

 

Zijn leven:

 

geboren te Elstow bij Bedford. Gedoopt 30/11/1628;  ketellapper;  zie book R. van Kooten (inl);

Jeugd zonder God; goed huwelijk met ?; twee boeken: praktijk der godzaligheid en het voetpad vd eenvoudigen naar de hemel;  hierdoor werd hij gewaar een zondig schepsel te zijn (geestelijke crisis van twijfel en wanhoop);

 

Gemeente te Bedford (1650) buiten Angl. kerk: predikant John Gifford; daar lidmaat, later prekend. Veel boeken geschreven:

Overvloedige genade  levensbeschrijving (1666);  Christenreis (1678); leven en sterven van mr. Kwaad (1680); daarna de heiloge oorlog.

Allegorie. Innerlijke ervaringen vd mens in de weg der bekering.

 

 

Hoofdstuk 1: Mensenziel, haar oorsprong en val

 

"In mijn omwandeling, terwijl ik vele landstreken en gewesten doorreisde, gebeurde het mij, dat ik in dat wijdberoemde land kwam, het Heelal genaam enz.”

 

Menziel: heerlijke ligging, gemaakt door El-Schaddai; geen gebrek of fout; vijf poorten: oor-, oog-, mond-, neus-, en gevoelspoort;

 

verweg wonend: Diabolus, machtige reus; na aanslag op de Zoon van de Koning uit de hemel geworpen; daardoor haat jegens El Schaddai. Vandaar de aanval op Mensziel.

Geen aanval met legers, maar met list: slang;

 

Na zijn aantocht voor de muur: kapitein Weerstand; woorden van verdachtmaking;

onderwijl: pijl gericht op Weerstand; dodelijk getroffen.

 

Diabolus is binnen de stad; zet burgemeester Verstand direkt af; voortaan in dat ambt  de heer Lusten.  Ook de griffier, de heer Geweten  aan de kant gezet.

Geweten: af en toe een harde schreeuw (heldere ogenblikken); Vreselijk om aan te horen;

Hoe daarmee om te gaan? Drankgebruik; stapje voor stapje; Afstompen en verharden.

 

Commentaar:

 

1. Status integritatis; volmaakt goed; Midden in stad: Beeld vd Koning (beeld en gelijkenis);

Nodig deze verloren heerlijkheid in te leven; Zie Cat. Hoe het was: bedoeling vd Heere. Geen noodzaak vd val. (ook geen begin in eeuwigheid).

Geen verkeerde vragen. Veel vragen te stellen: vanwaar het kwaad, vanwaar de duivel?

Doel in uw leven?

 

2. De val: weerstand op de muur, zich blootstellend aan de duivel; dan de redenering, de consequentie, de ratio, voerend naar de duivel; geef voorbeelden van redeneringen…….

Christus handelde anders. Behandel kort de namen hierboven.

 

Trefwoorden: oorlog, rechtheid, engelenval, diabolus, gesprek (openstelling), redeneren,

verstand, geweten, beeld Gods;

 

 

 

          Tweede lezing:  VERKIEZING EN ROEPING  (08/10/97)

 

Inleiding: eerste lezing > schepping en val > Schaddai en Diabolus > poorten vd stad > burgemeester en griffier > beeld Gods;

 

1. Doodstaat vd mens beleden > Kapt. Weerstand gedood en heer Oprecht doodgevallen (Ef.2);

Vastewil (wil) in gunst bij Diabolus;  totaal omgekeerd (Joh.5,40), wel levend; geen vrije wil meer;

Burgem. Verstand (Ps.36) achter dikke muur (verduisterd); zie DL  III,IV, 1;

 

2. Bericht naar Schaddai > troonzaal (engelen) > hemel weent;

- Schaddai en Immanuël (Zoon) in Geheimkamer; verlossingsplan;  Oppersecretaris maakt proclamatie heirvan gereed;

 

- Droefheid vd hemel > mogelijk?  Zie HS; Jezus’ tranen; vermoeid; Zijn eigen maaksel;

 

- Uitverkiezing: (infra); in deze kontekst klinkt genade door; welbehagen; indien geen plan…

macht van de duivel;  Liefde Gods; verbond der verlossing (Christus); Hij de Knecht dH (Jes. 49,5ev; 42,1; 43,10; Joh. 17,4.11.17.24);   

Geen verzoek vanuit de stad;

 

3. Mobilisatie van Mensziel door Diabolus; bewaking van de poorten; leugencampagne: voornemen van Schaddai om de stad te vernietigen; vele moderne verdenkingen; verbond Diabolus (Jes.28);

wapenrusting van Diabolus aanmeten (….);

 

4. Roeping: 4 Generaals (Boanerges, Overtuiging, Oordeel en Strafoefening) > sterk leger, eerst weg van overgave; >  ; leger wijst op strijd (Hand2; Psalm45; Matth28; Luk.24,47);

In de lijn vd Cat: Zo.2; > JdD; ook Jezus; Profeten;

daarna de aanval; duurt enige tijd; kleine successen: dak vh huis van ongeloof (in de kou);

 

roeping door het Evangelie; Wend u naar Mij toe….; geen lust…; komt herwaarts…; bruiloft…; Gen.3,15; profeten;

Dus: prediking vh Evangelieaanbod der genade; Bruiloft: dwingen;

Geen onderhandeling en aanbieding aan Diabolus!!

 

5. Antwoord, reaktie?

a/ Thans burgemeester Ongeloof; trekt aanbieding in twijfel; 60 soldaten vh Dove-Lieden-detachement (olv kapitein Vooroordeel > noem enkele tegenwerpingen);

b/ Verstand en geweten ontwaken, maar worden gevangen gezet.

c/ onder bepaalde voorwaarden willen sommigen overgeven (eigen regering);

noodzakelijk: overgave; geen eigen regering; eerlijke prediking; geen onderhandeling met Diabolus; 

d/ Ook: grote onrust (geweten, ongeloof’s dak…..), nochtans geen overgave; de poorten blijven dicht! 

 

Tenslotte moet de Prins Zelf komen!

 

1.Wat betekent de uitverkiezing voor u?

2. Hoe kunnen we roeping en verkiezing vast maken (2 Petr.1,10)? In welke volgorde?

3. Niet te weinig aandacht voor de rol vd duivel?

4. Waarom is het ongeloof bijna de ergste zonde?

 

 

DERDE LEZING: GELOOF EN BEKERING   (19/11/97)

 

Vorige maal: aanval door 4 generaals; geen overgave; enige schade.

 

Thans: Komst van Immanuel Zelf; verzoekschrift door de Prins nader bewerkt; gecorrigeerd (biddende Hogepriester);

 

Immanuel Zelf; (Matth.20, 1-16; Psalm 40); 5 generaals: Geloof, Hoop en Liefde; verder Onschuld en Geduld; met de reeds uitgetrokken generaals: Boanerges, Overtuiging, Oordeel en Strafoefening; over elk iets naders zeggen;

 

Witte vlag op de berg Genadig; daartegenover de berg Rechtvaardig; vertel iets over genade door recht (Jes. 1,27; Psalm 89: Joh.1,17);

 

Daarop eigendomsrechten verdedigd door Diabolus: recht vanwege verovering en vanwege vrije keus; Overste dezer wereld;

Wijs hier op de rol van de duivel inzake de verlossing des mensen;

Christus kan Zich beroepen op de oudste en authentieke bescheiden; beroep op de schepping, ook vanwege Zijn koop en offer; Zijn volbrachte werk;

 

Onbuigzaam overhandigt de voorwaarden, voorstellen van Diabolus, bijv: gedeeltelijke overgave;  of een herberg voor Diabolus; of dat zijn vrienden mogen blijven;

indruk: Immanuel onbuigzaam; maar terecht; hoe onderhandelen wij vaak? Denk hier aan Farao (allerlei concessies);

 

Wachtwoord: Immanuel;

Daarna aanval en verovering;  eerste worsteling; daarna weer witte vlag;

Hierop Diabolus zelf, voorstellend de wet des Konings een ereplaats te geven; Denk aan hand. 16: helse reclame voor Koninkrijk Gods;

 

Hoofdstuk V: CAPITULATIE

 

Oorpoort opengebroken; in principe veroverd; nu vrezen de mensen van Mensziel; opstelling verzoekschrift (door Geweten en Verstand); doch geen antwoord!

 

Bekering, geloof, rechtvaardiging;

 

Intocht van Immanuel in de stad; gezicht in de plooi, aldus B;  hier de herinnering aan Jozef en zijn broeders;

Diabolus wordt te schande gezet en daarna uit de stad gezet (dorre plaatsen); bekende gelijkenis;

 

Verschillende rekwesten opgesteld: a/ Begeerte tot leven; b/ Ontwaakte Begeerte (jammerlijke straat en woning); c/ erbij gevoegd bewener (Natoog?); aanhoudend bidden;

karakter van een rechtszaak;

Komen met koorden om de hals;

Nog steeds geen reactie in gunstige zin; doet denken  aan HC zondag 5.

 

 

 

Immanuel overhandigt nu een algemeen verzegeld pardon aan de gevangenen;  daarna intocht van de vorst in Mensziel; nog steeds onopgelost!

Griffier leest dan de blijde boodschap voor van de algehele vergeving der zonde, iedere inwoner omvattend.

 

Men ontvangt een verzegeld perkament en de zwarte rouwkleren worden uitgedaan; witte kleding wordt hen gegeven;

Perkament geeft zekerheid; hoe krijgen we zekerheid?

Witte kleding getuigt van gerechtigheid en heiligheid (Openb.7,14);

 

Samenvattend: a/ lange weg; b/ geding tussen God en de duivel;

 

 

Hoofdstuk 6   INTOCHT VAN DE VORST

 

 Begeerte van mensziel naar inwoning van Immanuel;

Immanuel bepaalt een feest voor de stad, met muziek; onderstreep: vreugde, vindenstijd

na kennis van Christus; niet slechts vanuit de wedergeboorte;

 > Hier beschrijving vh H Avondmaal;

 

Nu heer Verstand hersteld als burgemeester (met klerk Kennis)

Beeld van diabolus weggenomen, vernietigd; heerlijker beeld van El-schaddai gemaakt;

 

 

Hoofdstuk 7  EEN MEESTER DIENEN

 

Gerechtshof van mensziel ter veroordeling vd diabolusmannen (o.a. de namen Ongeloof, Zinnelijke lust en Goedvergeter; daarnaast nog enkele anderen: Hardhart, Valse vrede enz.);

Opgesloten in de gevangenis; rijke momenten en tijden;

 

Hier een rechtszaal in het eigen hart: eigen overtuiging!

Ongeloof ontsnapt; beleeft een ontmoeting met diabolus; grote gevaren gaan dreigen;

Kwaad vh ongeloof: hebreen 4; Jezus’ omwandeling; Thomas, Zacharias;

 

De overigen worden terechtgesteld aan kruisen, ondanks hevig tegenstreven; kost de grootste moeite; de Geheimschrijver (Hgeest) stuurt hun handen;

 

Grote gouden letters op de muren der stad: Vader, Zoon en Hgeest; ziet op de doop;  invloed van Baptisten;

                                                                                                            (14/01/98)

 

 

Hoofdstuk 8 DE NIEUWE GRONDWET      (05/02/98)

 

Immanuël stelt Ondervinding (houdt op dat moment juist kpt. Geloof gezelschap) aan als kapitein; 

Hij geeft de stad een nieuwe grondwet( de oude verdwijnt, is ongeldig verklaard); deze nieuwe wet bevat vele voorrechten (volkomen vergiffenis; testament van eeuwige vrede; de wereld wordt haar geschonken; vrije toegang tot Mijn paleis, boven en beneden; onbepaalde macht om alle diabolusmannen op te sporen; geen voorrechten afgeven aan vreemdelingen enz);

 

Vergelijk deze nieuwe grondwet eens met de Tien geboden!

 

Nu de aanstelling van de Opperse Geheimschrijver, de Heilige GEEST; Hij zal Tussenpersoon zijn, Hij legt de wil van God uit, stelt verzoekschriften op;

Oppassen dat men Hem niet bedroeft!

 

Daarna orders voor de heer Geweten: onderwijs van alle deugden en burgerlijke plichten; geen openbaarder van Goddelijke geheimen; een eigen terrein dus aangegeven;

Geef de functie van het Geweten aan.

 

Helaas diabolusmannen overgebleven; deze moeten ter dood gebracht worden; enkele namen: Hoererij, onkuisheid, moord, toorn, onreinheid, bedrog, boosoog, afgoderij, toverij, ketterij, twist, afgunst, nijd, oproer;

 

Daarop worden alle burgers gekleed in witte en reine gewaden; daarvoor bevelen tot bewaring gegeven;

rijke onderhouding was hun deel; Hij begeerde hun bezoeken aan Zijn burcht; kwamen zij niet, dan zocht Hij hen op.

 

                                                                                                            (04/02/98)

---------

HOOFSTUK 9       GEVAAR VOOR MENSZIEL                                       (25/02/98)

 

Hooglied 5   >> Ps.  63:1,2 

                     Ps.119:87,88

 

Vleselijke gerustheid, een mantel met twee kanten (omkeren); dient nu de Prins. Komt bewoners in het gevlij.

Hij mengde zich vaak onder hen, beinvloedde de burgers en inwoners vd stad;

Daardoor afstand met de Prins; geen geregelde bezoeken (gebed);

geen onmoetingen;

daardoor hield Hij Zich meer verborgen; zond hen geen voortreffelijke giften van Zijn tafel.

 

Vreze Gods ook op het feest van Vleselijke gerustheid (klein drankje); als een vreemdeling zich houdend;

deze bracht tot ontwaken;

Zijn vraag: Waar is de Prins Immanuël? Wie zag Hem voor het laatst? Men is als Simson.

Men klopt aan de poort van Immanuel; tevergeefs; Oppergeheimschrijver (HG) is bedroefd;

 

Zondagsee kerkdienst;Geweten (tweede leraar) preekt. Biddag uitgeroepen; Boanerges (houw hem uit!)

 

Nu maatregelen. Huis van Vl. Gerustheid in brand; Immanuel zoeken, maar niet vindend.

Ontdekkende, oordelende prediking: onvruchtbare vijgeboom (Houw hem uit); prediker  Boanerges;  Men besloot een request aan te bieden.

 

"De weg was vol boodschappers, gaande en komende, die elkander ontmoetten en dit duurde zo voort dien ganse harde koude wintertijd”.

 

 

Veel fijne trekken; getuigend van wijsheid!

Verachtering in de genade: blijkt in levens van mensen, zoals Jakob, David, Hiskia, Josafath, Simson, Noach, Gideon, discipelen; ook in gemeenten, zoals Galaten, hebreen, Laodicea, enz. Onze gemeente?

Toestand: gevaarlijke ziekte, niet echter bij Diabolusmannen; vervallen staat; verzoekschriften aan Immanuel blijven onbeantwoord; er wordt weinig hervormd;

Overgebleven diabolusmannen (onreinheid, overspel, moord, toorn, overdaad, bedrog, boosoog, lastering) beraadslagen; Bepaalde neigingen in een wedergeboren hart.

 

Brief naar Diabolus. Onheilig (Brooks) brengt deze over. Blijdschap in de afgrond (doodsklok). Tweede overwinning, dan verloren (aldus Diabolus).

Drie plannen: 1. Loszinnig leven verleiden; 2. Tot wanhoop, vertwijfeling brengen; 3. Buskruit van hoogmoed en zelfbedrog <.

Keus voor he tweede plan. Hoe?

Plan: als boeren vermommen; een bekend drietal: Gierigheid (Spaarzaam), Onreinheid (geoorloofd vermaak) , gramschap (voortvarendheid); in schapevachten gekleed; spreken taal van mensziel;

Verhuren zich als knechten.

 

Overval wanneer? Marktdag! Dan geen erg in een aanval. Diabolus zal komen met een leger van twijfelmoedigen en twijfelaars;

 

Intussen: nood blijft. Bunyan: > "Zij riep tot haar Koning om hulp en duldde diabolusmannen in haar boezem”. Benarde toestand!!

 

 

 

Hoofdstuk 10  DIABOLISCH COMPLOT

 

Deze winter bespraken we met enkelen uit onze gemeente het bekende boek van Bunyan: De heilige oorlog. Wie een eenvoudig en begrijpelijk beeld wil ontvangen van de bevinding van Gods volk, neme diit boek ter hand. Het boek behandelt de geschiedenis van stad Mensziel. Eens schoon en heerlijk gelegen, maar ten prooi gevallen aan Diabolus (de duivel). Gelukkig weet de hemel raad op de val van de mens. Vorst Immanuel neemt de stad weer in, zodat deze opnieuw mag gaan delen in de gunst van God. Zijn feestelijke intocht wordt beschreven en de stad is gered. Zo verliep in korte trekken, hetgeen we tot nu toe hebben gezien.

Bunyan laat nu verder zien, dat de uiteindelijke verlossing nog komen moet. Zolang wij hier op aarde zijn, hebben we te strijden tegen de duivel en zijn listen. Diabolus blijft Gods kerk aanvallen en belagen. Al heeft de Heere nu de zonden vergeven, dat betekent nog niet dat de kracht der zonde nu voorgoed gebroken is. Het leven in de heiligmaking stelt nog voor vele onaangename verrassingen. Gevaren blijven dreigen, het eigen hart is nog menigmaal geneigd af te dwalen en langzaam maar zeker in slaap te geraken. Er dreigt een verachtering in de genade. Dat zien we in veler levens, zoals bij David, die tot een diepe val kwam, en bij Jakob, die vergat de Heere zijn geloften te betalen; denkt u aan Simson, die zijn leven lang zo ernstig werd bedreigd door de verzoekingen en de zonden; zelfs een Hiskia kwam in het laatst van zijn leven tot verachtering. U ziet dat ook bij koning Josafath, van wie we een duidelijk getuigenis lezen, terwijl hij toch telkens weer zich verbond met de vijanden des Heeren (het huis van Achab); we kunnen verder wijzen op Noach en Gideon. Maar daarnaast doet deze kwaal zich ook massaal en algemeen voor, zoals we zien in de gemeente der Galaten, waar men opnieuw verviel tot de wettische dienstbaarheid en Christus verliet; de gemeente der Hebreën dreigde te vervallen van de genade. Hoe staat dat in ons leven? Bedreigt onze kerk, onze gemeente, ons persoonlijke leven niet voortdurend het gevaar van verslapping en verval? Rust niet op oude gunstbewijzen, maar zoek met kracht naar de nieuwe blijken van Gods gunst.

Dit alles blijkt ook in het vervolg van de heilige oorlog. Diabolus en zijn manschappen zijn grotendeels de stad wel uitgezet, maar ze zijn toch lang niet allemaal verdwenen. Een heel treurig geval zien we in de ontsnapping van ongeloof, die zich na zijn vertrek uit de gevangenis direkt in verbinding stelt met Diabolus. Maar buitendien zijn er nog veel meer diabolus-mannen overgebleven en ze roeren zich terdege, al houden ze zich schuil en werken ze niet in het openbaar.

Hun namen liegen er niet om: Bunyan noemt bijvoorbeeld Onreinheid, overspel, toorn, moord, overdaad, bedrog, boosoog, lastering. Er zijn heel goddeloze typen onder, maar andere namen vertonen meer de trekken van verfijnde en beschaafde boosheden, zoals die ook wel bij heel nette en zelfs bij godvrezende mensen voorkomen.

De toestand in de stad is vooral achteruitgegaan, omdat de heer Vleselijke gerustheid begon de mensen van de stad uit te nodigen op zijn feesten. Langzaamaan trokken deze steeds meer belangstelling en niemand bemerkte echt dat hier duivelse gevaren dreigden. Totdat een zeker iemand, namelijk Vreze Gods, op het feest kwam. Deze sloeg vrijwel direct alarm en onthield zich van de vriendelijkheid van Vleselijke gerustheid. Deze Vreze Gods kon niet begrijpen dat men zich zo kon laten inpalmen door de duivel zelf.

Vreze Gods stelde de mensen enkele vragen, die diep ingrepen. Hij vroeg hen wanneer ze Immanuel voor het laatst hadden gezien en wanneer en  hoe lang het was geleden dat men geschenken had ontvangen van Hem. Dat zijn altijd weer goede en dringende vragen. Wanneer hebt u voor het laatst echt levendig en innig kontact gehad met de Heere? Wanneer hebt u Hem voor het laatst ontmoet? Tot hun schrik moesten de mensen erkennen, dat dat al lang gelden was. Zelfs had niemand gemerkt, dat vorst Immanuel Zich niet alleen had teruggetrokken, maar ook dat Hij uit de stad vertrokken was. 

Zien we dat ook niet dikwijls in deze tijd? Lijkt de kerk er niet op, dat Immanuel niet persoonlijk levend aanwezig is temidden van Zijn volk? Hoevelen klagen over dorheid en gemis aan geestelijke kracht? Men gevoelt algemeen de noodzaak van een verdieping in het geestelijke leven. Hopelijk hebt u nog dat levendige en levende kontakt met Immanuel, met de drieënige God. Langzaam maar zeker echter kan de wereld weer binnenkomen; krijgen de boosheden van het vlees weer hernieuwd vat op ons. We meenden aanvankelijk, dat dat nooit meer zou kunnen gebeuren. We hadden ze afgezworen toen de liefde van en tot de Heere de overhand had. Maar we beseften toen nog niet, dat we zondaar zijn en blijven. De oude mens wordt niet bekeerd. Gods kind kan in zware strijd geraken, als  blijkt dat de geest wel gewillig is, maar dat het vlees zwak is. Bunyan beschrijft hier de strijd in de heiligmaking. Dat de Heere begint met een mens is een wonder; het is echter een dubbel wonder, een voortdurend wonder, als de Heere doorgaat met Zijn volk en hen bewaart en vasthoudt. Want de Heere houdt hen zeker vast, ja gelukkig wel. Niemand zal ze uit Zijn hand rukken. Dat zal ook blijken. Maar de hierboven gegeven beschrijving is nodig, om ons op te wekken uit de slaap der zorgeloosheid, waarin ook velen verstrikt zijn geraakt. En tòch een voorrecht, als u deze strijd kent!

Deze strijd zal uw leven lang aanhouden. Bunyan beschrijft het duidelijk en Bijbels. De strijd tegen Amalek zal zijn van geslacht tot geslacht. Het zij ons een waarschuwing: Indien gij vrede wilt, bereidt u ten oorlog! 

 

 

 

UIT DE HEILIGE OORLOG:  VERDERE VERZWAKKING VAN DE STAD

 

We hoorden de vorige keer van de invloed van Vleselijke gerustheid, die met zijn onheilige feesten velen aftrekt van de dienst des Heeren. Vreze Gods echter heeft deze listen door en waarschuwt de inwoners van de stad.

De verder verlopende toestand van de stad komt in dit deel nader aan de orde. De Diabolusmannen beraadslagen verder hoe zij de stad in handen van hun meester Diabolus kunnen brengen. Deze Diabolusmannen beelden de zonde uit, die na de wedergeboorte nog overgebleven is in het hart van Gods kinderen. De oude mens der zonde is nog niet gedood en begraven, integendeel!

Ze besluiten een bode (genaamd Onheilig) naar Diabolus te zenden. De gehele vergadering van helse machten, waartoe behoren o.a. Lucifer, Beëlzebul, Apollyon en Diabolus zelf steken de hoofden bij elkaar en beraden zich op het bericht uit de stad. Wat zal men doen?

Na het lezen van de brief uit Mensziel wordt eerst de Dodemansklok geluid. Een gruwelijke nabootsing van de kerkklok, die de mensen oproept ten leven. De hel verheugt zich op het bericht vanuit de stad. "Stad Mensziel komt bij ons wonen in de hel”, zo roepen zij uit.

Diabolus schrijft een brief terug. Hij zal een leger zenden om de stad in te nemen, maar dan moeten de diabolusmannen de poorten van de stad van binnenuit openen voor het aansnellende leger, dat vrijwel helemaal bestaat uit Twijfelaars. Hiermee geeft Bunyan aan, dat twijfelen een gevaarlijke bezigheid is. De duivel is reeds in het paradijs begonnen met twijfel te zaaien aangaande de bedoeling van God. Aan deze twijfel is hij duidelijk te kennen.

Hij stelt al maar vragen. Bestaat God wel? Wil Hij uw zaligheid wel? Kunnen we onszelf wel bekeren? Zijn Gods geboden niet zwaar?

Twijfel lijkt onschuldig, maar al die twijfelaars straks binnen in de stad zullen een dreigend gevaar vormen voor de stad. Als de fundamenten gaan wankelen, wat kan de rechtvaardige dan doen?

De Diabolusmannen beraadslagen verder hoe te handelen om de stad in handen te krijgen.

Boosheid stelt voor drie van hen vermomd naar de markt te laten gaan, om zich als knechten te verhuren. Op die manier komen ze vanzelf onder de mensen en kunnen ze propaganda maken voor de duivel.

Ze willen dat juist doen op de marktdag. Ze weten namelijk wel, dat de mensen juist op die dag zo druk zijn met aardse bezigheden, dat ze geen erg zullen hebben in deze indringers. De zorgvuldigheden der wereld, zo heeft Jezus getuigd, verstikken het goede zaad van het Woord. Let er ook op, dat deze indringers verkleed op de markt komen. Bedenk toch dat de duivel nooit eerlijk voor de dag komt met zijn helse plannen. Hij stelt de zaken altijd mooier voor. Hij noemt de dood het leven en het goede kwaad. Deze drie indringers dragen bijvoorbeeld schapenvachten, die bijna net zo wit zijn als de klederen van de inwoners van de stad.

Een van de inwoners van de stad, een zekere Gemoed, doet zijn inkopen op de markt. Het valt hem op, dat deze arbeidskrachten zich heel voordelig aanbieden. Hij besluit een van hen in dienst te nemen. Het is een verklede diabolusman, die eigenlijk Gierigheid heet; hij noemt zich nu echter Goede-Zuinigheid. Die naam wekt natuurlijk vertrouwen en Gemoed heeft dan ook heel geen argwaan. Zijn eigendommen zullen beslist bij deze dienaar in goede handen zijn.

Bunyan laat hier zien hoe we argeloos in handen va de duivel kunnen vallen. Dat kan door bijvoorbeeld teveel onder de invloed van de Mammon te komen. Gierigheid, zegt Gods Woord, is de wortel van alle kwaad. Deze zonde is heus niet zeldzaam, ook niet onder kerkmensen; ook kinderen Gods kunnen zo makkelijk in de greep van het geld komen.

Ook Vreze Gods doet zijn inkopen. Hij maakt kennis met een andere booswicht, die Driftig heet. Maar ook deze naam is te afschrikwekkend, en daarom noemt hij zichzelf Voortvarendheid; dat is een heel mooie naam en het duidt op een beste eigenschap. Zelfs Vreze Gods is niet op zijn hoede en merkt niet eens, dat hij een duivelse macht in huis haalt.

Zo gaat dat toch immers. Zo kan het ook met ons gaan. Hoevelen worden niet door het kwade licht verrast. Ieder van Gods kinderen is daarmee  bekend; maar hij is er niet altijd op bedacht.

Een derde diabolusman vindt ook een betrekking. Zijn naam is Onreinheid, maar hij verandert natuurlijk ook zijn naam. Voortaan heet hij Geoorloofd -Vermaak.

U denkt er maar eens over na, hoe vaak wij vinden dat iets wel geoorloofd is. Het past in de sfeer van goedpraten en gladstrijken. Men kan iedere vorm van kwaad positief omdenken en er een goede kant van laten zien. Alls heeft twee kanten. Men moet niet altijd het verkeerde denken. We moeten toch open staan voor de tijd waarin we leven. We kunnen onze kinderen toch niet wildvreemd opvoeden. Enzovoorts!

Nu kunnen deze drie booswichten hun invloed onbeperkt aanwenden. Vreze Gods is de eerste die er erg in heeft. "Als hij hier nog langer blijft, hang ik hem op aan de galg. Hij is een gevaarlijk mens”. Het lijkt hard, maar het is duidelijke en goede taal. De oude mens moet gekruisigd worden.

Intussen heerst er in de stad nog steeds een gevaarlijke ziekte, waardoor de inwoners van de stad almaar meer verzwakken. Daardoor worden de diabolisten ook steeds brutaler. Ze lopen openlijk over de straat, ze maken ruzie en gedragen zich uitdagend en krijgen steeds meer invloed. Waar zal dit op uitlopen?

Bunyan geef een haarscherp beeld van een begenadigd mens, die langzaam maar zeker afneemt in genade. We noemen dat verachtering in de genade. Het is een proces. De duivel laat zijn prooi nooit los. En de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak. Velen overkomt dit en velen hebben dit reeds meegemaakt. Het is ook in onze tijd bijna elke dag marktdag en heel veel namen worden ingeruild en veranderd. De oude mens doet zich heel mooi voor, maar hij wordt nooit bekeerd.

Kent u iets van dat proces in uw leven? We worden er in Gods Woord voor gewaarschuwd. Noem de zonde bij de naam, de echte naam. Geloof niet alleen maar in de mooiste kant van de dingen Als u goed rondkijkt, weet u best dat we al heel lang de gewoonte hebben om te sussen en aan te passen. Aanpassen en aanpappen!

En alle smeekbeden die de stad naar Immanuel zendt, blijven onbeantwoord. Is dat zo vreemd?

                                                                                                                                                                                                                        (28/04/98)

 

HET COMPLOT ONTDEKT

 

Dit nu volgende hoofdstuk uit de Heilige Oorlog toont ons hoe de stad langzaam oog krijgt voor de gevaren waarin zij zich bevindt. Een burger van de stad, genaamd Toezicht, hoort bij nacht de diabolus-mannen praten over een heel gevaarlijke samenzwering tegen stad Mensziel. De legers van Diabolus maken zich reeds gereed om de stad te overvallen en in te nemen. De burgers van de stad moeten dus worden gealarmeerd.

Hij begeeft zich naar de burgemeester, die de tweede prediker, genaamd Geweten, erbij roept. De noodklok wordt geluid en het volk komt samen. De precaire situatie wordt meegedeeld. Men werkt aan een verzoekschrift aan Immanuël, maar men slaagt er niet in. Onerwijl is de Oppersecretaris, de Heilige Geest, nog steeds ongesteld. Dit betekent dat de Geest bedroefd is en Zich teruggetrokken heeft met Zijn zegenrijk werk. Niettemin neemt men allerlei maatregelen, om de nood te lenigen.

Intussen worden de legers van Diabolus reeds opgeroepen. Bunyan beschrijft treffend, hoe dat leger eruit ziet. Het is goed deze keer daar wat uitgebreider bij stil te staan. We hoorden reeds dat het leger bestaat uit twijfelaars. Er zijn negen afdelingen, onder leiding van een gelijk aantal kapiteins. Ieder van hen heeft een bepaald deel van het leger onder zich.

Alle twijfelaars blijken niet allemaal gelijk te zijn. Men kan aan allerlei zaken uit Gods Woord wijfelen. Er is bijvoorbeeld een afdeling die vooral bestaat uit twijfelaars aan de Verkiezing. Deze noemt Bunyan het eerst. Niet zonder reden. We kennen de vragen rond de uitverkiezing. Betekent dat niet dat er geen genade voor mij is, zo vraagt iemand? Heeft God mij niet uitgesloten? Is de uitverkiezing niet een vreselijk besluit, dat slechts vrees en schrik inboezemt? Dit leger is zeer bekend. We kunnen er danig door gekweld worden. Deze twijfelaars weten niet dat de verkiezing juist een troost is. Het geeft aan dat er vanuit God een weg ter ontkoming is voor de grootste der zondaren.

Een andere afdeling bestaat uit twijfelaars aan de roeping. Dezen geloven niet echt dat God een mens roept. Hoe kan God je nu roepen, als je niet uitverkoren bent? De uitverkiezing sluit de werkelijke roeping uit. Zo lijkt het ook. Deze soldaten en bestrijders spreken dit alles niet zonder schroom onbevangen uit; nee, zij twijfelen slechts aan de ernst van de roeping. Dat is wel erg. Dan houden we God voor een leugenaar. Dan geloven we feitelijk de duivel, die altijd kwaad wil rondstrooien aangaande Gods trouw en waarheid.

En zo kunnen we doorgaan allerlei soorten van twijfel u voor te stellen. Het lijkt goed daar aandacht voor te hebben, want u komt ze misschien ook wel tegen in uw eigen hart.

Twijfel aan de verkiezing en aan de roeping. Anderen twijfelen aan de genade. Deze staan onder leiding van kapitein Verdoemenis. Is God wel genadig? Vraagt Hij niet van ons dat we de wet streng en volmaakt onderhouden? Is het offer van Christus wel voldoende voor de zonden? Hoezeer kunnen deze vormen van twijfel uw ziel aangrijpen. En als er geen genade is en als de mens het doen moet, dan wint de kapitein van deze afdeling het pleit. Dan blijft er niets over dan oordeel en verharding.

Een volgendne afdeling heef het vooral gemunt op de opstanding. Twijfelaars aan de opstanding. Natuurlijk herkennen we deze afdelingen want hoe vaak kunnen ze uw hart niet verschrikken? In onze tijd is deze afdeling  bijzonder op de been. Velen ontkennen de werkelijkheid van de opstanding van Christus. Paulus laat ons zien wat daarvan de consequenties zijn. Dan is alles tevergeefs. Toch zien velen dat niet in en laten heel voorzichtig verschillende soldaten van deze afdeling binnen in hun hart en in hun gemeente.

Er wordt verder getwijfeld aan de gelukzaligheid. De hoofdman van deze afdeling noemt zich Wanhoop. En ook dat past precies bij elkaar. Er is juist in deze wereld veel wanhopig gemompel. Velen missen het uitzicht op de echte hoop. Een bepaalde vorm van doemdenken heeft zich van velen meester gemaakt. Laten we eten en drinken en vrolijk zijn, want morgen sterven wij.

Ondanks geld en goed en ondanks genoegens en verstrooiing en ondanks brood en spelen biedt deze maatschappij de mens toch niet echt verwachting. En dat is ook niet vreemd. Hoop is er alleen in het Woord van God te vinden. Mar dat Woord heeft de moderne mens vergeten en dichtgeslagen.

In de stad blijkt toch dat er een ontwaken is gekomen. Men krijgt oog voor de gevaren die de stad bedreigen vanwege de diabolusmannen. Zou het mogelijk zijn dat de duivel weer helemaal terugkomt?

Hoevelen zijn daarvoor niet bevreesd. Ben ik niet een huichelaar, en is er wel waarheid in mijn hart? De legers maken zich op. Toch zal de wanhoop het niet winnen. De twijfelaars zullen de stad niet weer helemaal kunnen terugwinnen. God Zelf waakt over Zijn volk. De roeping en de verkiezing Gods zijn onberouwelijk. De Heere laat niet varen de werken Zijner handen. Dat geeft troost.

U vraagt zich misschien wel af of het ooit echt geweest is in uw leven? Alle zekerheden ontvallen u? U kunt niet anders dan u neerwerpen voor de voeten van Immanuel, en een ieder die tot Hem komt, zal Hij geenszins uitwerpen.

 

HET DIEPTEPUNT                    (Uit de Heilige Oorlog)

 

 

We hebben tot nu toe al heel wat gehoord over de lotgevallen van stad Mensziel. Eens lag deze stad in al haar heerlijkheid, toen na de schepping God gunst haar omringde. Maar door een demonische verzoeking kwam daarin verandering. De stad kwam onder de invloed van Diabolus en viel af van El Schaddai. Hiermee beschrijft Bunyan de val van de mens, zoals Gods Woord ons daarover mededeling doet in Genesis 3. We kunnen allen maar al te goed weten hoe ernstig de gevolgen geweest zijn van de val in het paradijs.

Gelukkig kwam er in deze droeve toestand verandering.

Vorst Immanuël heeft de stad weer teruggewonnen. Christus heeft door Zijn lijden en sterven verzoening teweeg gebracht. De stad is nu weer eigendom van de Heere. Hij regeert en Hij heef Zijn intrek nu genomen in de stad. We zouden dus nu mogen aannemen, dat alles weer goed is. Als de zondaar tot bekering is gekomen, dan is hij toch verlost? Dan verkeren we toch niet meer in de greep van de duivel? Inderdaad is de beslissing eens en voorgoed gevallen. Er is geen afval meer mogelijk. Satan heeft zijn prooi moeten loslaten. De zondaar is nu het eigendom van Jezus Christus.

Hoe gaat het nu verder? Dat heeft Bunyan ons ook reeds in grote trekken doen weten. De duivel komt terug; in de stad zelf sluime- ren nog machten, die absoluut onbetrouwbaar zijn. De reeds begenadigde mens moet waakzaam blijven en vooral niet gaan rusten op zijn bekering.

Daar handelt het gedeelte over dat de laatste malen onze aandacht heeft gevraagd. In het nu voor ons liggende gedeelte nemen de oude machten angstaanjagend wraak om alles wat hen in het verleden werd ontroofd. Het lijkt erop, dat de stad toch nog verloren is. Er wordt zwaar en afmattend gestreden. Gestreden met Diabolus en zijn leger van twijfelaars. En daarbij struikelt kapitein Geloof en komt te vallen. U begrijpt dat het dan moeilijk wordt. Het geloof is niet verdwenen, maar er gaat niet veel van uit en het heeft geen kracht. Nu krijgt de satan steeds meer de overhand over de stad. Inmiddels blijft het leger van de hel de stad omsingeld houden. Vanwaar zal nu uitkomst komen? Diabolus tracht met bruut geweld de poorten open te breken. Daarna tracht hij met vleierij de mens voor zich te winnen. Dit gedeelte doet sterk denken aan de aanval door Rabsake op Jeruzalem in de dagen van Hiskia. Met name rond een tweetal poorten wordt heftig gestreden.

De Mondpoort krijgt het zwaar te verduren. Bunyan geeft hiermee aan, dat het gebed, gedacht als een luid spreken tot God, onder druk komt te staan. Iedere bidder weet het. Als de duivel bestrijdt, is er soms geen moed meer om te bidden. Of er schijnt geen kracht meer tot het gebed. Beschaamdheid houdt de mond gesloten. Als de duivel het gebed maar kan verstoren, heeft hij al veel gewonnen.

Verder wordt er heftig gestreden rond de Voelpoort. Als het geloof is gewond, krijgt het gevoel de overhand. Dan laten we ons leiden door wat we waarnemen en wat we gevoelen en zien. Soms gevoelt men geen enkele kracht en zijn alleen maar de felle aanvallen van de duivel voelbaar. Ons gevoel neemt de dingen waar, laat zich leiden door de omstandigheden. Het bemerkt dat ons hart dor en doods is en dat de hemel gesloten lijkt. Het voelt onfeilbaar de kracht en de macht van de tegenstanders. Het gevoelt de ontrouw van binnen en de verzoeking tot zonde in het eigen hart. Het gevoelt helemaal niets van Gods beloften. Daartoe is er immers geloof nodig. Het geloof alleen is in staat om toch te weten dat de Heere getrouw is, ook al lijkt alles zich tegen ons te keren. Denk maar aan de discipelen. Toen zij zich door hun gevoel lieten leiden, toen ze stonden bij het kruis, viel al hun hoop en moed weg. Toen leek alles voorgoed voorbij te zijn en scheen de duivel alles gewonnen te hebben. Hadden zij echter door het geloof geleefd, dan zouden ze houvast gevonden hebben in het Woord van God en in de beloften van Jezus. Zo kan het ook in ons eigen hart zijn. Het gevoel laat zich leiden door de omstandigheden. Het ervaart de innerlijke armoede van het eigen dwaalzieke hart. Het gevoelt zwaar en moeilijk de eigen diepe ellende en de hevige aanvallen van de duivel, of ook de ingezonkenheid van de eigen liefde. Dan zinkt alle moed weg. Maar het geloof mag en zal weten van de getrouwheid van de Heere. Hij regeert en leidt alles en Hij laat niet varen de werken Zijner handen. Hij leed en stierf op Golgotha om Zijn kerk zalig te maken. Dat ziet het geloof en het put krachten uit Gods Woord. Daarom weet de duivel heel goed wat hij doet, als hij deze poort onder vuur neemt.

Het komt in de Heilige Oorlog nu zo ver, dat Diabolus de stad weer opnieuw in zijn macht krijgt. Toen ik dit nu na jaren weer eens las, dacht ik: Kan dat wel? Kan de duivel weer zoveel macht krijgen in een wedergeboren mens?

Maar de mens kan vallen, soms in ernstige en zware zonden. Toch behoeft dat nog niet eens het geval te zijn. Ook zonder dat komt stad Mensziel weer onder hellevuur te liggen en lijkt de satan het gewonnen te hebben.

Maar al verkeren nu de legers van de duivel opnieuw binnen de stad, toch is er een groot verschil. Toen de duivel de eerste keer, dus voorafgaande aan de waarachtige bekering, de stad in zijn bezit had, waren de burgers van de stad het daar best mee eens. Nu is dat anders. Nu verzetten ze zich heftig tegen de aanwezigheid van Diabolus in de stad. Ze verlenen op geen enkele manier hun medewerking. Het blijkt dan toch wel, dat er een nieuwe mens is ontstaan, die een vijand is van duivel en wereld.

Nu de vijanden machtig Zijn, lezen we: "Zij (inwoners van stad Mensziel) hadden dat vreemde volk gaarne zien heengaan, maar, ach arme, zij waren nu hun gevangenen en werden tot alles gedwongen (Rom.7)”. Hoevelen van Gods levende kinderen zullen zich hierin niet herkennen.

Deze toestand duurde wel twee en een half jaar. En Bunyan eindigt: "Ach, welk een armzalige plaats was nu dat eertijds zo gelukkige Mensziel!”

Gods volk is een strijdend volk. Menigmaal strijden ze in eigen kracht. Dan raakt het geloof gewond, dan lijkt de duivel het te winnen. Is dat misschien ook in uw leven zo? Ooit hebt ge betere tijden beleefd en hoe komt het dat de glans daarvan thans verdwenen is? In het vervolg zal er nieuw onderwijs gegeven worden. Weet at ook deze dagen van diep gemis en van zware overheersing een bepaald doel dienen, namelijk om terug te keren tot Uw vorige man, want toen was het u beter dan nu. God leeft nog! Hij blijft getrouw. Hoopt volkomen op Zijn genade. Bestreden zondaar, u staat in Zijn beide handpalmen gegraveerd!

 

                                                                                                            Juli 98

 

 

TOCH OVERWONNEN!             (Heilige Oorlog, J. Bunyan; slot)

 

We naderen nu het einde van de Heilige Oorlog. We hoorden dat de stad (Mensziel) opnieuw ingenomen is. Voor de tweede maal gebeurde dit. De eerste keer had Diabolus (de duivel) de stad in zijn greep, na de zondeval in het paradijs. Ieder natuurlijk mens is een gevangene van de duivel.

Maar ook na ontvangen genade kan de duivel nog heel nabij zijn. Hij neemt de stad weer in, als Mensziel slordig gaat leven, zonder te waken en te bidden. Hiermee is dus aangegeven dat ook een kind van God, na alle genade die hij ontvangen heeft, opnieuw in de greep van de duivel komt te verkeren. In de heiliging moet opnieuw geleerd worden enkel en alleen uit Christus te leven. We hebben Hem ook dan steeds weer dagelijks nodig. Tweemaal bezet, tweemaal ook bevrijd door Immanuel. Hij blijft de Getrouwe, Die de Zijnen niet loslaat, ook al laten zij Hem los.

Dus is het niet zo: eens bekeerd, altijd bekeerd. De strijd, de heilige oorlog, blijft! We hebben, na zovele weldaden ontvangen te hebben, dagelijks Christus nodig.

 

De stad weer bezet! Vreselijke toestand. Maar toch nu anders. Diabolus, de helse bezettende macht, ontmoet nu overal in de stad verzet van de inwoners.

Mensziel bidt uit haar nood. Dat gebed moet in het nauwste overleg met de Oppergeheimschrijver (de Heilige Geest) opgesteld zijn. Dat kost moeite. Ons gebed moet op toon gezet worden door hemels onderwijs. Zonder de Heilige Geest kunnen we niets!

Kapitein Geloof moet het smeekschrift overbrengen naar Immanuel. Maar hij is kreupel. Weer zo’n fijnzinnige opmerking, die getuigt van geestelijke kennis. Er is wel geloof, maar het is een kreupel geloof. Was het geloof geheel volkomen, er zou geen enkele nood zijn.

De Prins geeft antwoord. Hij gaat in op hun noden en vragen. Hij belooft te zullen komen om hulp te bieden. Er daagt redding. Er leeft hoop op herstel. Ondertussen tracht de hel zich te roeren. Diabolus tracht het kasteel binnen de stad in te nemen. Dat kasteel is, zoals we ons herinneren, de zetel van Gods Geest in het hart. Hij slaagt echter hierin niet.

De hel onderneemt een andere poging ter verzoeking. Hij tracht, weer op de markt, de bewoners te brengen tot weelde en rijkdom. Hij weet dat daaruit veel zonden kunnen voortvloeien.

Inmiddels nadert de beslissende slag. Het leger van Geloof en dat van Immanuël overwinnen uiteindelijk de legers van Diabolus. Dat leger van de duivel bestond aanvankelijk uit twijfelaars; nu zijn daarbij gerekruteerd de mannen des bloeds. Wreedheid is hun banier.

De duivel wordt overwonnen, niet gedood. Ook nu triumfeert Immanuël. Dat is een heerlijke waarheid. Hij staat boven het woeden van de hel. Gods kind mag zien op Hem, Die de hel heeft overwonnen. Hij draagt daarvan de sleutels. Welk een vreugde vervult nu de stad. Er ontstaat meer vastheid en zekerheid. Men heeft geleerd om ook in de weg der heiliging te leven uit Christus.

Enkele diabolisten, die gedood worden, zijn: Twijfel, Wetisch-leven en Slechte-gedachten-van-Christus. Zo vergaat het ook Leef-bij-gevoel. Verstaat u die namen? Genoemde kwalen worden aanvankelijk overwonnen. Wat kunnen we er nog een hinder van hebben. Maar in de weg van doorgaande heiliging wordt het gevaarlijke van deze neigingen ingezien, meer en meer.

Helaas worden deze diabolisten niet allen gedood. Welke leven nog enigermate voort? Hier noemt Bunyan Ongeloof en Vleselijke zin.

 

Hier eindigt het verhaal. Bunyan had een diep gezicht in de weg der genade. Hij stelt die weg voor als een heilige oorlog. Dat is en blijft het ook. Doet aan de gehele wapenrusting Gods. Gods kerk wordt zeker zalig. Immanuël blijft tot hulp gereed. Door Hem meer dan overwinnaars. Mensziel zelf wordt echter ook geoefend in de strijd. Door Zijn kracht wordt de oude mens gedood en begraven.

Kennen wij deze strijd? Waar bevindt u zich, als u deze weg overziet? Hebt u inzicht in de weg van Gods kinderen? Hebben we daar persoonlijk en bevindelijk weet van? Wie deze strijd kent, zal overwinnen, door Zijn kracht!