VOOR DE GODDELOZEN GESTORVEN

 

                              "Want Christus, als wij nog krachteloos waren, is te zijner tijd voor      

                                de goddelozen gestorven” (Rom. 5:6)            

                

Toen Christus stierf, stierf Hij voor Zijn gehele kerk. Ook reeds voor Paulus en de Romeinen, aan wie Paulus schreef. Ze waren toen nog onbekeerd en wandelden in hun eigen wegen, maar toen reeds stierf de Heere Jezus voor hen.

Paulus bedoelt te zeggen: Er is van mij en van u helemaal niets voorafgegaan, dat zou kunnen dienen als voorwaarde of als aanleiding. Nee, we waren volkomen dood in zonden en misdaden en nochtans had de Heere ons toen reeds op het oog. Toen reeds betaalde Hij met Zijn bloed.

Zo geldt dit woord om aan te geven het geheel onvoorwaardelijke karakter van de genade.

Stel u voor dat de Heere Zijn leven zou hebben gegeven voor bekeerde en gelovige mensen. Dan moet u eerst geloof en bekering tonen, voordat Hij iets voor u zou willen doen. Daarom is dit woord zo belangrijk. Christus was de Eerste. En als Hij voor de goddelozen gestorven is, dan mag een zondaar ook als een goddeloze tot Hem gaan. Dan stelt de Heere geen enkele voorwaarde.

 

Toch geeft deze waarheid veel strijd.

Wie mogen de toevlucht nemen tot Hem en wanneer mag een zondaar nu geloven dat het bloed van Christus ook voor hem gestort is?

Moeten we dan niet met een oprecht en waar berouw tot Hem komen? Is het dan niet nodig, dat we de zonde volkomen haten en een vast voornemen hebben ontvangen om voor de Heere te leven? Hebben we dan niet een waar geloof in Hem nodig?

Zo denkt ieder die zoekt tot de Heere te komen. Laten we er echter aan denken, dat we op die manier allerlei voorwaarden stellen. Voorwaarden die de mens eerst zelf moet vervullen. Dan volgt u eigenlijk deze orde: een zondaar moet eerst oprecht berouw hebben en dan mag hij tot Christus gaan. Kan dat echter wel? Wanneer is uw berouw echt en oprecht? Wanneer bent u aannemelijk in Zijn oog?

Maar is er dan geen berouw nodig en kan het allemaal ook wel zondar dat? Heb ik geen geloof en bekering nodig? Zeker wel. Maar dat berouw wil de Heere in u werken en Hij wil u brengen tot geloof. Het is zo: vlucht tot de Zaligmaker, tot Zijn dood, als een verloren mens en bid Hem dat Hij u alles wil geven wat u nodig hebt. Laat u door de duivel niet weerhouden om tot Hem te gaan. De satan zegt dat u eerst wat zijn en hebben moet. Maar nee, Christus is voor de goddelozen gestorven! En Hij maakt van hen rechtvaardigen en gelovigen.

Kent u uzelf als een goddeloze? Elders in dit gedeelte spreekt Paulus van

vijanden en zondaars. Hebt u uzelf zo leren kennen? Kunt u dan leven buiten de enige redding, die de Heere gegeven heeft in Christus?

Wie de grote nood van een vijand Gods en van een goddeloze leert zien, krijgt een Borg en Zaligmaker dringend nodig. Een goddeloze immers kan ieder moment voor de rechterstoel van Christus gedaagd worden en dan is er geen uitkomst. Dat noodzaakt temeer om Hem te zien, verheven aan het kruis van Golgotha, waar Hij Zichzelf gegeven heeft voor goddelozen en vijanden. Welk een wonder van Zijn liefde. Zoek biddend contact met deze Zaligmaker, Die stierf voor de slechtsten en grootste vijanden. Dan kan het ook voor u.