VOORTTREKKEN

 

                        Zeg de kinderen Israels, dat zij voorttrekken;  (Ex.14:15b)

 

Deze woorden sprak de Heere tot het volk Israel toen het zich bevond voor de Rode Zee. Dreigend stormden de Egyptenaren achter hen aan; vóór het volk verhieven zich de golven van de Rode Zee.

 

Voorttrekken?

Er was geen enkele mogelijkheid. Het volk is overrompeld door de omstandigheden. Waren we maar in Egypte gebleven, zo roepen zij uit.

Op eenzame hoogte staat daar Mozes.

Hij spreekt vanuit het vertrouwen dat de Heere hen niet zal verlaten.

En de Heere bevestigt hem daarin. "Zeg de kinderen Israels dat zij voorttrekken”.

De weg gaat voort, ook als er geen weg schijnt. Menselijk gesproken kon het niet. Maar de Heere beveelt het, want Hij gaat mee.

 

Velen zullen dat goed kunnen begrijpen. Misschien ziet u ook geen duidelijke weg en lijkt alles toegemuurd. De wereld verkeert in de greep van de terreur en de bestrijding ervan. Nederland is snel op weg om een antichristelijke natie te worden. De kerk van Nederland weet geen weerstand te bieden aan de zuigkracht van deze eeuw. Het is de tijd van de euro; ander geld, andere waarden. Maar ook persoonlijk zijn er de vele tegenslagen en belemmeringen, die ons doen vragen: Wie zal ons het goede doen zien? Als we weten dat de dood niet ver meer is en dat de kwaal doorgaat, wat dan? Hoe kunnen we verder?

 

Er is alleen een weg, als de Heere meegaat. We weten hoe de Heere de weg gebaand heeft door de woeste baren en de brede stromen.

Egypte leek alles te kunnen bepalen. Farao handelt naar de grillen van zijn verharde hart. Het arme volk van God kan slechts vluchten. Zo is het in de wereld. De duivel maakt zich op, wetend dat hij kleine tijd heeft, om de hel op aarde te ontketenen. Dat zal zorgen genoeg opleveren, voor ons en voor onze kinderen.

 

Wat zullen we doen?

Het volk komt in opstand maar Mozes roept tot God. Dat is het verschil. Wij herkennen onszelf in het beeld van het volk. Maar Mozes roept en met hem de kerk, de levende kerk, die weet dat de enige toevlucht ligt in de Heere.

En dan ìs er een weg. Er is een weg waar geen weg is. Dat is een raadsel. Hoe kan dat? Is er een weg in de dood, door de dood? Is er een weg als zonde en schuld zich verheffen als een woedende zee?

Het komt er dan slechts op aan om tot de Heere te roepen. Hij gaf Zijn Zoon, Die getuigde: Ik ben dè Weg! Hij ìs de Weg, die leidt tot het leven, door de dood. Zo God dan voor ons is, wie zal tegen ons zijn? Gelukkig als we deze Leidsman kennen en als we ons aan Hem mogen overgeven.

Egypte kwam om in de golven en het dacht alle macht in handen te hebben. Israel zag geen enkele weg meer in de toekomst en toch werd hen de weg geopend.

Maar zelfs al behoren we uiterlijk tot het volk Israel, dan moeten we helaas zeggen dat velen wel door de Rode Zee zijn doorgegaan, maar dat de Heere in het merendeel van hen geen welgevallen heeft gehad (1 Cor.10:1).

Wie zijn we en aan wie gehoorzamen we?

U komt om de woedende golven van de tijd en van de eeuwigheid als u het vertrouwen van Mozes mist.

Bedenk toch dat alleen de Heere Jezus u leiden kan. Hij heeft de weg niet alleen gewezen, maar Hij is de weg.

 

Bedenk wel dat ieder mens voort moet gaan. Er is geen keus daarin. Maar welke Leidsman heeft de wereld? Welke toekomst heeft de mens zonder God? Waar eindigde de brede weg, getekend op die bekende plaat over de twee wegen?

Is er ooit iemand bedrogen uitgekomen met de Heere en Zijn Woord? Is niet Christus op een weg gegaan, die Hem voerde in de dood en de diepten der hel? Hij heeft de weg aangelegd tot God. Hoe teleurstellend en smartelijk voor Hem, als dan Thomas de vraag stelt: Heere, wij weten niet waar Gij heengaat en hoe zullen wij de weg weten?

Vertrouw u dan aan Hem toe voor de tijd en de eeuwigheid.

Alle wegen lopen dood. Alleen deze weg komt uit in het eeuwig leven.

 

Zeker, de poort is nauw en de weg is smal die tot het leven leidt. Veel te nauw voor de wereldling en te smal voor hen die met de massa mee willen gaan!

Maar laat u niet leiden door de schijn.

Hoe heerlijk getuigt de Heere het tot Zijn volk: "Hoort naar Mij, o huis van Jakob, die van Mij gedragen zijt van de buik aan en opgenomen van de baarmoeder af. Tot de ouderdom toe zal Ik Dezelfde zijn. Ik heb het gedaan en Ik zal u opnemen; Ik zal dragen en redden!”

Dan gaat het goed!