DE GEEST UIT GOD

                        "Doch wij hebben niet ontvangen de geest der wereld, maar de Geest, Die uit God

                        is, opdat wij zouden weten de dingen die ons van God geschonken zijn”  (1 Cor.2:12)

 

een scherpe tegenstelling

 

Paulus spreekt in dit gedeelte over de geest van de wereld en de Geest uit God. Daar ligt een sterke tegenstelling in opgesloten. Waarom zegt Paulus eigenlijk wat hij nìet ontvangen heeft?

Deze negatieve uitspraak heeft toch zin. Het dient ter onderscheiding. De Geest van God wordt hier afgebakend in Zijn wezen en werk naar de kant van de wereld.

Maar ìs er dan een geest der wereld? Doelt de apostel hier op een persoonlijke geest? Wordt hier feitelijk de duivel mee bedoeld? Denkt u maar aan een persoonlijke geest en houden we ons aan de hier gegeven typering: de geest der wereld.

Deze aanduiding leert ons dat er in de wereld een geest werkzaam is, een geestelijke macht, die te werk gaat volgens een bepaald plan. Nemen we slechts de dingen op zichzelf, dan lijkt alles onschuldig, maar als er een geest achter zit, dan hebben we te maken met vaste strategieën. De politiek wordt bepaald door politici, zo menen we, maar hier lezen we dat daarin een geestelijke opzet speelt. Of denk eens aan bijvoorbeeld de Olympische spelen; schijnbaar een menselijke ontmoeting, maar er bestaat een geestelijke achtergrond. Het kan zijn dat u meerdere malen te maken krijgt met een bepaalde verzoeking. Het lijkt wel een vooropgezette valstrik. Mensen kunnen het niet bewerken. Er is een geestelijke macht, die u benadert op die manier. Wat wij trendsetters en modeverschijnselen noemen, kon wel eens met deze speciale tactiek van de geest der wereld te maken hebben. Deze geest beinvloedt de reclame en hij vormt de opinie der mensen. Hij is actief in de media en schuwt ook de kerk niet als zijn werkterrein. Dus kan deze geest grof goddeloos voor de dag komen, maar ook heel fijnzinnig en beschaafd, ja hij kan zelfs in kerkelijke en dogmatische termen zijn gang gaan.

Eigenlijk onderscheidt alleen degene die door de Geest Gods geleid wordt, deze geest. Zonder de Geest des Heeren zijn we blind voor de dreigingen van de wereld.

Kunt u ook zeggen: ik heb nìet ontvangen…? Wordt een christen ook mede niet bepaald door wat hij nìet heeft en door wat hij nìet doet?

 

een rijk bezit

 

Van een negatie kan men niet leven. Daarom nu ook de eigenlijke en positieve uitspraak over de Geest uit God. Over die Geest spreekt Paulus hier rondom de tekst. Deze Geest is een machtige werkelijkheid. De Geest is de Auteur van alle geestelijke kennis, ja, van zeer diepgaande kennis. Zelfs de diepten Gods komen aan de orde. Deze Goddelijke Geest kleedt Zich met de middelen der genade, in het Woord of in een tekst, in een preek of in een leerstuk. De Heilige Geest verklaart Zijn kerk alle geheimen der genade. O, Hij is de Bron van alle kennis en vreugde. Hij overtuigt krachtig van zonde en Hij verheerlijkt Christus.

Kennen we deze Geest, dan mogen we ook hier zeggen, dat heel onze godsdienst bestuurd en geleid wordt door de Geest van God. Hij is de grote Werker en ook de verborgen Werker.

Paulus kan helder zeggen: "Wij hebben die Geest ontvangen”. Wat een heerlijke uitspraak! Paulus weet het blijkbaar zeker. Er staat hier voor "ontvangen” een bekend Grieks werkwoord, dat zowel ontvangen als (aan)nemen kan betekenen. Over deze twee woorden bestaan genoeg verschillen van inzicht. Het eerste woord laat alles bij God vandaan komen, het tweede woord stelt meer de mens op de voorgrond. Hier is maar één mogelijkheid: de Geest kunnen we niet nemen, maar slechts ontvangen. Alles gaat van God uit. Dat geldt van alles wat we van de Heere verkrijgen. Het is alles genade Gods. Er hangt niets van de mens af, ook al schakelt de Heere de mens mede wel in.

Wat doet deze Geest? Hij brengt kennis bij. "Opdat we zouden weten….”  Het gaat om de dingen die ons van God geschonken zijn. Men kan dus onwetend zijn van die schenking. U kunt delen in rijke beloften, zoals het doopformulier dat aangeeft, terwijl u er geen wetenschap van hebt. Het geloof is kennis.

Door de Heilige Geest worden we deze zaken bewust. Laodicea kreeg de boodschap: Gij weet niet dat ge zijt ellendig…. De Geest leert al deze dingen. Dan krijgen we bewuste, bevindelijke kennis van zonde en genade.

Helaas loopt de kennis op alle fronten hard terug. Weet ù het, zoals Job: "Ik weet, Mijn Verlosser leeft?” En wat u weet, weet u dat vanuit de Geest Gods? Wij mogen en moeten de vraag ons stellen: welke Geest leidt ons? Juist ook nu, nu de kerk zo verwereldlijkt.

Maar wat een troost voor u, die kennis hebt van de geestelijke dingen. U klaagt wel dat het zo gering is en dat er zoveel aan ontbreekt. Dat is waar. Maar dan staat er voor u een belangrijk, klein woord in de tekst: "opdat” we zouden weten… Dit kleine woord geeft een bedoeling aan. Het is nog niet volkomen, maar het doel is gegeven. Want elk die Hem vreest, hoe klein hij zij of groot, wordt van dat heil, die weldaan deelgenoot, Hij zal ze groter maken.