Weblog

Jozef - vrijdag 27 maart 2020

Jozef

Daar moet ik toch iets over kwijt. Ik lees namelijk dezer dagen het boek van Ds. Moerkerken: Jozef leeft nog. Ik neem het steeds weer met groot genoegen ter hand. Ik beveel het u van harte aan. Explicatie (uitleg) en applicatie (toepassing) gaan hier hand in hand. De schrijver is een zeer bekwaam exegeet. Daar zijn zijn studenten goed mee geweest. Geen dorre woord- uitleg, maar doordenken over de precieze taal van de tekst. En dan de toepassende lijnen, die vaak zuiver sporen met de tekst. Het boek leest ook makkelijk. Begrijpelijke taal. Misschien hebt u dat ook wel: de ene schrijver heeft een stijl, die je niet boeit en grijpt. Een ander spreekt je aan en pakt je direct. Graafland was iemand, die mij altijd mee kon nemen, ook al voelde ik soms duidelijke verschillen. Pas nog het boek van Ds. Eckeveld, dat voor mijn gevoel ook een schone taal bevat, letterlijk en figuurlijk. Maar Moerkerken ook. 
De schrijver geeft heel veel onderwijs. Soms kan een glimlacht niet onderdrukt worden zelfs. Dan overkwam me op blz. 177, waar er twee wegen werden voorgesteld: de weg van geleidelijkheid en de weg van onmogelijkheid. De eerste weg: steeds een stukje van Kanaän erbij en zo de belofte vervuld zien; de tweede weg: afgebroken te worden tot de allerlaatste onmogelijkheid. Inderdaad: zo denken we vaak. Een stukje genade erbij, een stukje bekering of geloof verworven en zo steeds meer en groter worden. Ik stel daar tegenover dat de Heere toch vaak werkt in de weg van geleidelijkheid, maar dan anders opgevat. Ik zie die weg van geleidelijkheid juist als geleidelijkerwijs de onmogelijkheid leren beleven.
Nog een soortgelijke lijn op blz. 157. De tien broers komen in de gevangenis terecht. "Eigenaardig, vindt u niet? Ik denk dat ze misschien alle tien in een ander hok gezeten hebben. Niet bij elkaar, maar alle tien apart. En nu komen ze eruit en ze zeggen alle tien hetzelfde. Zo is het toch ook met Gods volk”. Hier wordt het exegetisch geweten enigermate onderdrukt, namelijk in de twee woorden: "ik denk” en "misschien”. Nu mogen we zeker ook wel denken, natuurlijk en graag zelfs, maar kunnen we daaraan nu stellige regels voor Gods volk aan ontlenen?
Helderder nog komt mij de wezenlijke opmerking over dat de Heere onderwijst door Zijn Woord en door de kerker.
Ik kom frank en vrij voor mijn waardering uit, tegenover hen die soms kerken en namen, waaronder ook deze wel in sterke mate, bijna verguizen. De verwijten van sommigen snijden geen hout. Het boek is immers ook uiterst Christologisch doordrenkt. 

Het is niet mijn taak een recensie te schrijven. U weet wel, dan komen er eerst een paar prijzende woorden en daarna komt meer de kritiek. Ik heb dus geen kritiek, maar ik wil wel meedenken met de schrijver over het Bijbels-bevindelijke leven.
In de geschiedenis van Jozef krijgen we met een typologie te maken. Jozef is zeker type van Christus. Moerkerken werkt dat stoer en grondig en gretig zelfs uit. Al treffen we bij hem ook heilshistorische lijnen aan. Ik val hem zeker op veel punten bij. Maar hij geeft soms de voorstelling dat de kennis die wij nu van de heilsgeschiedenis hebben, ook toen al bij Jozef en ook Jakob bekend was. Zou Jozef al een bewust beeld hebben gehad van Christus? Hij is type van Christus, maar wist hij dat zelf? Ik heb dat ook eerder aangetroffen in het boek over Bethel en Pniel. Ik zou dus iets meer willen horen van de weergave van het toenmalige Oudtestamentische geloofsleven, in de knop en de bloesem. 
Ik hecht er ook aan het volgende in bescheidenheid op te mogen merken: Jozef komt er heel goed af; ik bedoel dat de schrijver zijn beleving als bijna wel volmaakt voorstelt. Hij kon nauwelijks dwalen. Oneffenheden worden snel gladgestreken. Het blijft voor mij bijvoorbeeld een moeilijke vraag waarom Jozef niet eerder vanuit Egypte gevraagd heeft naar zijn vader. Hij getuigt later dat God hem het ganse huis zijns vaders heeft doen vergeten (Gen. 41:51). Was Jozef hier op zijn plaats? Was hij zijn vader vergeten? Ik kan begrip hebben voor de uitleg als zou hij willen wachten op Gods tijd. Maar toch!
Dit is geen probleem. Maar het doet mij denken aan iets anders. Ik had voorheen eigenlijk de gedachte dat de bevinding van Gods volk zo zuiver als glas is, omdat deze van God is gegeven. Nu zie ik ook dat deze bevinding uitgewerkt wordt in aarden vaten. Het kan zijn dat de schrijver de gangen van Gods Kerk zo verheven en massief voorstelt, "alsof rampen en gevaren nu verdwenen waren”. Alsof zij boven alle kritiek verheven zijn. Dat kan ik niet helemaal geloven. Deze gedachte heeft ook consequenties voor de bevindelijke prediking.
En dan Ruben. Hij komt er wel heel slecht af. Het "goede” in hem, wordt weggeslagen alsnog te meer ondeugdelijk. Maar Ruben had toch ook het werk der wet geschreven in zijn hart. Het was geen genade, maar wel algemene genade. 
Zo heb ik wat willen meedenken met de schrijver. Ik heb veel geleerd van zijn bekwame en kundige aanpak. Het moge alle lezers strekken tot meerdere eer voor de God van Jozef en voor de meerdere Jozef, Die inderdaad geheel volmaakt is.

Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit bericht geplaatst.


Reageren:

Anti-spam 12 + 2 = (antwoord in cijfers invullen!)


Terug naar de vorige pagina >